Inhoudsopgave
Advertenties
13
Uitschakelvoorwaarden van overstroombeveiligingen testen, lusimpedantie meten en kortsluitstroom
bepalen (functie ZL-PE en I
Het testen van overstroombeveiligingen houdt het bekijken en
meten in.
Meetprocedure
De lusimpedantie Z
wordt gemeten en de kortsluitstroom I
L-PE
wordt bepaald om te controleren of aan de uitschakelvoorwaar-
den van de beveiligingen wordt voldaan.
De lusimpedantie is de weerstand van de stroomlus (EVU-station
– buitenste geleider – aardleiding) bij een gestelsluiting (gelei-
dende verbinding tussen buitenste geleider en aardleiding). De
waarde van de lusimpedantie bepaalt de grootte van de kortsluit-
stroom. De kortsluitstroom I
den die volgens IEC 60364 is vastgelegd, zodat de beveiliging
van een installatie (zekering, slagpenzekering) veilig uitschakelt.
Om deze reden moet de gemeten waarde van de lusimpedantie
kleiner zijn dan de maximaal toegelaten waarde.
Tabellen over de toegelaten weergavewaarden voor de lusimpe-
dantie en de minimum weergavewaarden van kortsluitstroom
voor de nominale stromen van diverse zekeringen en schakelaars
vindt u op de hulppagina's en in hoofdst. 27 vanaf pagina 96. In
deze tabellen is rekening gehouden met de maximale apparaat-
fout volgens IEC 61557 / EN 61557. Zie ook hoofdstuk 13.2.
Om de lusimpedantie Z
L-PE
gelang de aanwezige netspanning en netfrequentie met een test-
stroom van 3,7 A tot 7 A (60 ... 550 V) en een meetduur van max.
1200 ms bei 16 Hz.
Als tijdens deze meting de grenswaarde van de contactspanning
wordt overschreden (> 50 V), dan vindt er voor Duitsland een vei-
ligheidsuitschakeling plaats (voor Oostenrijk geldt normatief 65 V;
norm: ÖVE/ÖNORM E 8001-1 hoofdst. 5.3).
De uitschakelwaarde kan worden ingesteld tussen 25 V en 65 V,
zie bijv. hoofdst. 10.8.
Aan de hand van de gemeten lusimpedantie Z
netspanning berekent het meet- en testapparaat de kortsluit-
stroom I
. Bij netspanningen die binnen de nominale spannings-
K
bereiken voor de nominale netspanningen 120 V, 230 V en 400 V
liggen, wordt de kortsluitstroom gerelateerd aan deze nominale
spanningen. Tussen de fasen L-L geldt dit ook bij 500 V. Als de
netspanning buiten deze nominale spanningsbereiken ligt, bere-
kent het apparaat de kortsluitstroom I
wezige netspanning en de gemeten lusimpedantie Z
Meetfunctie kiezen
Z
L-PE
Aansluiting
Stekker met randaarde/3-polige adapter
Gossen Metrawatt GmbH
)
K
mag een waarde niet onderschrij-
K
te meten, meet het apparaat al naar
en de
L-PE
aan de hand van de aan-
K
L-PE
Aansluiting
2-polige adapter
K
Opmerking
De lusweerstand moet voor elke stroomkring op de verst
verwijderde plaats worden gemeten om de maximale
lusimpedantie van de installatie te krijgen.
Opmerking
Houdt u zich aan de nationale voorschriften, bv. de nood-
zakelijkheid om bij de meting RCD-aardlekschakelaars te
overbruggen in Oostenrijk.
Draaistroomaansluitingen
Bij draaistroomaansluitingen moet de meting van de lusimpedan-
tie voor een feilloze controle van de overstroombeveiliging worden
verricht met elke van de drie buitenste geleiders (L1, L2 en L3) ten
opzichte van de aardleiding PE.
13.1
Metingen met onderdrukking van de RCD-aanspreking
(alleen PROFITEST MF TECH)
Met de testers kan de lusimpedantie worden gemeten in TN-net-
werken met RCD-schakelaars van het type A
AC
(10/30/100/300/500 mA nominale foutstroom).
De tester genereert
hiervoor een
gelijkstroom die de
magnetische kring
van de RCD-scha-
kelaar in verzadiging
brengt.
Met de tester wordt
dan een meet-
.
stroom gesuperpo-
neerd die alleen
halve golven van
dezelfde polariteit
heeft. De RCD-
schakelaar kan
deze meetstroom
dan niet meer her-
kennen en spreekt als gevolg hiervan tijdens de meting niet meer
a
an.
De meetkabel van het apparaat naar de teststekker is uitgevoerd
in vierdraadstechniek. De weerstanden van het aansluitsnoer en
van de meetadapter worden bij een meting automatisch gecom-
penseerd en worden niet meegerekend in het meetresultaat.
Opmerking
Een lusimpedantiemeting volgens de procedure van
onderdrukking van de RCD-aanspreking is alleen moge-
lijk met RCD's van het type A en F.
Opmerking
Voormagnetisering
Met de 2-polige adapter zijn alleen AC-metingen voor-
zien. Het onderdrukken van de RCD-aanspreking door
middel van een voormagnetisering door gelijkstroom is
alleen mogelijk met het landspecifieke stekkerinzetstuk
bijv. geaarde stekker of de 3-polige adapter (N-geleider
vereist).
, F
I
/mA
F
t1
t2
Meten
Gebruik
RCD buiten werking!
Start
Onderdrukking van de RCD-aanspre-
king bij impulsstroomgevoelige RCD-
veiligheidsschakelaars
en
t
t3
51
Advertenties
Inhoudsopgave
