Inhoudsopgave
Advertenties
19.4
Lekstroommeting met lekstroommeetadapter PRO-AB als
toebehoren – functie I
Gebruik
Het meten van de contactspanning volgens DIN VDE 0107-10 en
het meten van continu vloeiende lek- en patiëntenhulpstromen
volgens IEC 62353 (VDE 0750-1) / IEC 601-1 / EN 60601-1 is
mogelijk met de als toebehoren verkrijgbare lekstroommeetadap-
ter PRO-AB als voorschakelapparaat voor de tester.
Volgens hierboven genoemde voorschriften kunnen met deze
meetadapter stromen worden gemeten tot 10 mA. Om dit
stroommeetbereik volledig te kunnen bestrijken met de op de tes-
ter beschikbare meetingang (2-polige tangmeetingang), heeft de
tester een bereikschakelaar met de overbrengingsverhoudingen
10:1 en 1:1. In het bereik 10:1 wordt de spanning in dezelfde ver-
houding verdeeld.
Aansluiting en meetopbouw
Voor de lekstroommeting moet de adapter met zijn meetuitgan-
gen in de meetingangen worden ingestoken die zich aan de linker
zijde van de tester bevinden (2-polige tangingang en sonde-
ingang).
Een willekeurige ingang van de lekstroommeetadapter wordt met
behulp van een meetleiding verbonden met de referentieaarde
(bv. veilige aardelektrode/potentiaalvereffening). De andere ingang
wordt door middel van een andere meetleiding in contact
gebracht met de metalen behuizing (aanraakbaar deel) van het
meetobject (meetpen/krokodillenklem).
Test van de adapters PRO-AB
U moet de adapter vóór het gebruik regelmatig testen, zie hier-
voor de gebruiksaanwijzing van de adapter.
Gossen Metrawatt GmbH
(alleen PROFITEST MF XTRA)
L
Meetproces
Zie voor het verrichten van de meting ook de gebruiksaanwijzing
van de lekstroommeetadapter PRO-AB.
!
Let op!
Tijdens de lekstroommeting moet de teststekker zich in
de houder bevinden. Deze mag onder geen enkele voor-
waarde worden verbonden met delen van de installatie
(ook niet PE/aardpotentiaal). Zo niet kunnen de meet-
waarden kunnen worden vervalst.
Met de knop ON/START ▼ wordt de meting gestart of weer
gestopt. De lekstroommeting is een continue meting d.w.z. deze
blijft doorlopen totdat ze door de gebruiker opnieuw wordt
gestopt. Tijdens de meting wordt de actuele meetwaarde perma-
nent weergegeven.
Opmerking
Voor het verrichten van de meting moet de zelftest in het
menu (functietoets TEST ON/OFF) gedeactiveerd (OFF) zijn.
Begin altijd met het grote meetbereik (10:1). Begin uitzonderlijk
met het kleine meetbereik als u er zeker van bent dat de ver-
wachte meetwaarden klein zijn (1:1). Het meetbereik moet zowel
op de meetadapter als in het menu met de functietoets (RANGE)
worden ingesteld. Er moet voor worden gezorgd dat de bereikin-
stellingen op de adapter en de tester altijd identiek zijn om het
meetresultaat niet te vervalsen.
Naargelang de grootte van de meetwaarden kan of moet (bij over-
loop van het bereik) de bereikinstelling handmatig worden gecorri-
geerd op de meetadapter en op de tester.
Met de functietoets Limits kunt u de eigen grenswaarden instellen.
Een overschrijding wordt weergegeven door de rode grens-
waarde-LED op de tester.
81
Advertenties
Inhoudsopgave
