Inhoudsopgave
Advertenties
16
Meten van de isolatieweerstand
!
Let op!
Isolatieweerstanden mogen alleen aan spanningsvrije
objecten worden gemeten.
16.1
Algemeen
Meetfunctie kiezen
R
ISO
Aansluiting
2-polige adapter of
teststekker
Opmerking
De tester meet altijd de isolatie tussen de contacten L en
PE.
In systemen zonder RCD moeten N en PE worden geïso-
leerd.
Opmerking
Meetkabels controleren vóór een meetreeks
Controleer de meetkabels vóór een isolatiemeting. U
doet dit door middel van het kortsluiten van de meetka-
bels op de meetpennen en te controleren of het apparaat
< 1 k aangeeft. Hiermee kan een verkeerde aansluiting
voorkomen worden. Men kan hiermee ook achterhalen of
meetleidingen zijn onderbroken.
Parameter instellen
Testspanning:
15 V/50 V/100 V/250 V/
325 V/500 V/1000 V; xxx V*
Spanningsvorm:
Constant
Spanningsvorm:
Stijging/drempel
Aardlekweerstand
*door de gebruiker instelbare spanning zie hoofdst. 10.8
Kiezen van de polariteit ‚
2-polige meting (keuze alleen voor rapportage van belang):
Metingen tussen:
Lx-PE / N-PE / L+N-PE / Lx-N / Lx-Ly / AUTO*
*Parameter AUTO zie hoofdst. 10.9
70
Doorslagstroom voor drempelfunctie
U
(U
ISO
Limiet/Grenswaarde:
I > I
STOP
Grenswaarden voor doorslagspanning
U
(U
ISO
grenswaarde
grenswaarde
invoerbaar bereik:
> 40V ... < 999 V
Grenswaarden voor constante testspanning
U
(U
ISO
Limiet/Grenswaarde
R
Limiet/Grenswaarde
R
U
L
❏ testspanning
Voor metingen aan gevoelige onderdelen en bij installaties met
spanningsbegrenzende onderdelen kan een van de nominale
spanning afwijkende en meestal lagere testspanning worden
ingesteld.
❏ Spanningsvorm
De functie stijgende testspanning (drempelfunctie) "U
bedoeld voor het opsporen van zwakke plaatsen in de isolatie en
voor het vaststellen van de aanspreekspanning van spanningsbe-
grenzende bouwelementen. Als u op de knop ON/START ▼ drukt,
wordt de testspanning continu verhoogd tot aan de vooringe-
stelde nominale spanning U
de meting op de meetpennen wordt gemeten. Deze daalt na het
meten tot een waarde onder de 10 V, zie paragraaf "Meetobject
met x, y = 1, 2, 3
ontladen".
De isolatiemeting met stijgende testspanning wordt beëindigd:
)
INS
Limiet
Opmerking
Het uitschakelen bij de respectievelijk ingestelde door-
slagstroom I
treedt pas op wanneer een minimum-
lim
spanning van 5 V wordt overschreden, om de invloed van
parallelle capaciteiten op het gemeten object bij het star-
ten van de meting te onderdrukken.
)
INS
onderste
bovenste
)
INS
<
ISO
L
. U is de spanning die tijdens en na
N
" is
ISO
Gossen Metrawatt GmbH
Advertenties
Inhoudsopgave
