Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Voorruit ontwasemen
Type 1
Type 2
1. Type 1: zet de recirculatieknop in
de stand buitenlucht en draai de
luchtverdelingsknop in de stand
DEFROST V.
Type 2: draai de luchtverdelings‐
knop op DEFROST V om de re‐
circulatiemodus automatisch op
de buitenluchtmodus te zetten.
2. Type 1: koeling n inschakelen.
Type 2: de airconditioning werkt,
maar het verklikkerlichtje blijft on‐
veranderd.
Klimaatregeling
3. Selecteer de gewenste tempera‐
tuur.
4. Zet de aanjagerknop op de ge‐
wenste snelheid.
Luchtrecirculatiesysteem 4
Type 1
De luchtrecirculatiestand wordt in- of
uitgeschakeld met de 4-hendel.
151