DMU39732
Installatie
De informatie in deze sectie is uitsluitend be-
doeld ter referentie. Het is niet mogelijk vol-
ledige instructies voor iedere mogelijke com-
binatie van boot en motor te verzorgen. Juis-
te bevestiging hangt deels af van ervaring en
de specifieke combinatie van boot en motor.
DWM02342
●
Een boot te krachtig aandrijven kan ern-
stige instabiliteit veroorzaken. Instal-
leer nooit een buitenboordmotor op uw
boot met meer paardenkracht dan het
maximale nominale paardenkrachtver-
mogen op de capaciteitsplaat van de
boot. Als de boot geen capaciteitsplaat
heeft, neem dan contact op met de fa-
brikant van de boot.
●
Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan-
digheden leiden, zoals een gebrekkige
bestuurbaarheid, verlies van controle
of brand. Als u er niet in slaagt de bui-
tenboordmotor correct te installeren,
dient u een Yamaha-dealer te raadple-
gen.
DMU42941
De buitenboordmotor monteren
F2.5A
DWM01721
Voor draagbare modellen moet uw dealer
of een andere persoon met ervaring in het
monteren van buitenboordmotoren u to-
nen hoe u uw motor moet monteren.
De buitenboordmotor moet zo worden ge-
monteerd dat de boot correct uitgebalan-
ceerd is. Anders is de boot mogelijk moeilijk
bestuurbaar. Bij eenmotorige boten moet de
buitenboordmotor op de hartlijn (kiellijn) van
de boot worden gemonteerd.
1. Middellijn (kiellijn)
F4B, F5A, F6C
DWM02301
Pak de motor nooit vast bij de motorkap
of de stuurhendel bij het monteren of de-
monteren van de buitenboordmotor. An-
ders kan de buitenboordmotor vallen.
1.
Monteer de buitenboordmotor uitslui-
tend wanneer de boot zich aan land be-
vindt. Als de boot op het water ligt, dient
u hem eerst aan land te trekken.
2.
Om stuurbewegingen te voorkomen,
draait u de stuurhendelfrictieafstelling
naar rechts.
1. Stuurfrictieafstelinrichting
3.
Draai de stuurhendel 180° zodat hij ach-
terwaarts wijst.
Installatie
1
ZMU01760
1
ZMU06827
30