1.
Zet de motor onmiddellijk af.
2.
Controleer het besturingssysteem en al-
le componenten op schade. Controleer
ook de boot op schade.
3.
Of er nu wel of geen schade is ontdekt,
keer langzaam en voorzichtig terug naar
de dichtstbijzijnde haven.
4.
Laat een Yamaha-dealer de buiten-
boordmotor controleren, voordat deze
opnieuw wordt bediend.
DMU43681
De starter werkt niet
Als het startmechanisme niet werkt (de motor
kan niet worden aangezwengeld door de
startmotor), kan de motor gestart worden met
een noodstartkoord.
DMU42922
Noodstart
F2.5A
DWM01453
●
Pas die procedure alleen toe in een
noodgeval om naar de dichtstbijzijnde
haven terug te keren voor herstelling.
●
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-
hendel in neutraal staat. Anders kan de
boot onverwacht beginnen te bewegen,
wat tot ongevallen zou kunnen leiden.
●
Bevestig de motoruitschakelkoord tij-
dens het gebruik van de motor op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw
arm of been.
Herstellen van defecten
●
Maak de koord niet vast aan kleren die
kunnen worden losgetrokken. Zorg er-
voor dat de koord nergens achter ver-
strikt raakt, waardoor ze haar functie
verliest.
●
Zorg ervoor dat u tijdens een normaal
gebruik niet per ongeluk aan de koord
trekt. Als de motoraandrijving wegvalt,
wordt de boot veel minder goed be-
stuurbaar. Zonder motoraandrijving zal
de boot ook snel vertragen. Daardoor
kunnen personen en voorwerpen in de
boot naar voren geslingerd worden.
●
Vergewis u ervan dat er niemand achter
u staat als u aan het startkoord trekt.
Het zou achterwaarts kunnen zwepen
en iemand verwonden.
●
Een onafgeschermd, draaiend vliegwiel
is zeer gevaarlijk. Houd losse kleding en
andere voorwerpen uit de buurt bij het
starten van de motor. Gebruik de nood-
startkoord uitsluitend zoals voorge-
schreven. Raak het vliegwiel of andere
bewegende onderdelen niet aan wan-
neer de motor draait. Installeer het star-
termechanisme of de motorkap nooit
terwijl de motor draait.
●
Raak bij het starten of gebruiken van de
motor de ontstekingsspoel, de bougie-
kabel, de bougiedop of andere elektri-
sche onderdelen niet aan. U loopt het
risico op elektrische schokken.
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Verwijder de bouten van de brandstof-
tank.
88