1. Neutrale stand
DMU38073
De boot stoppen
F2.5A
De boot is niet uitgerust met een afzonderlijk
remsysteem. Hij wordt afgeremd door de
weerstand van het water nadat de gashendel
in de volledig gesloten stand werd bewogen.
De remafstand varieert afhankelijk van het
brutogewicht, de toestand van het waterop-
pervlak en de windrichting.
F4B, F5A, F6C
DWM02322
Gebruik de achteruitversnelling niet om
de boot af te remmen of te stoppen, aan-
gezien dat ertoe kan leiden dat u de con-
trole over de boot verliest, uit de boot
wordt geslingerd of tegen de lading of an-
dere onderdelen van de boot wordt aan-
geslingerd. Dit kan het risico op ernstige
letsels vergroten. Bovendien kan het
schade toebrengen aan het schakelme-
chanisme.
De boot is niet uitgerust met een afzonderlijk
remsysteem. Hij wordt afgeremd door de
weerstand van het water nadat de gashendel
werd dichtgedraaid en de motor met statio-
nair toerental draait. De remafstand varieert
afhankelijk van het brutogewicht, de toestand
van het wateroppervlak en de windrichting.
1
ZMU06749
DMU27822
Motor uitschakelen
Alvorens u de motor uitschakelt, moet u hem
eerst enkele minuten laten afkoelen in vrij-
loop of in een laag toerental. Het is niet raad-
zaam de motor onmiddellijk uit te schakelen
nadat hij met een hoog toerental heeft ge-
draaid.
DMU42891
Procedure
F2.5A
1.
Druk op de motorstopknop en houd hem
ingedrukt tot de motor helemaal stilvalt.
2.
Als de motor is stilgelegd, dient u de ont-
luchtingsschroef op de brandstoftank-
dop vast te draaien en de brandstofkraan
in de gesloten stand te zetten.
Werking
50