Inbedrijfname en instelling van de installatie
10.3
Interpretatiehulp warmtepomp
Instellen van de bivalente temperatuur
De ingestelde bivalente temperatuur beslist vanaf welke buitentempera-
tuur de conventionele warmte-opwekker wordt bijgeschakeld en wan-
neer wordt overgegaan naar solitair bedrijf. De bivalente temperatuur
Aanvoertemperatuur 35 °C
Q [kW]
30
28
26
24
22
20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
-20
-15
Afb. 44 Diagram voor het bepalen van de bivalente punten bij een aanvoertemperatuur van 35 °C
30
A
A
-10
-5
moet zodanig worden gekozen dat de warmtepomp solitair kan voldoen
aan de warmtevraag boven de bivalente temperatuur.
De bivalente temperatuur kan op de bedieningseenheid worden inge-
steld.
2
B
0
5
3
1
10
15
0010054321-001
CSH5800iAW O – 6721875004 (2024/01)
20
T [°C]