Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS G831ST-HT
• Plaats de rails op de spanbandclips, zie Afb. 6.42.
• Bevestig de rails met de schroeven aan de spanbandclips.
• Draai de schroeven vast.
Afb. 6.42: Rail op de buis
1
1 – schroeven
Stap 3: Montage van de sensoren in Variofix C
• Doe koppelfolie (of een beetje koppelpasta voor kortstondige montage) op de contactvlakken van de sensoren. De
koppelfolie kan met een beetje koppelpasta worden vastgemaakt op het contactvlak van de sensoren.
Opmerking!
Zie voor informatie over de koppelfolie of de koppelpasta het veiligheidsinformatieblad.
• Plaats de zender en ontvanger van sensorpaar A in de tegenovergestelde rails.
• Stel sensorafstand in die op de transmitter wordt aangegeven, zie Afb. 6.43.
• Schuif de veerbeugel over de sensoren heen.
• Maak de sensoren vast door de aandrukschroeven lichtjes aan te draaien. Het uiteinde van de aandrukschroef moet
boven de boring op de sensor worden geplaatst, zie Afb. 6.43.
• Als dit nodig is, kunt u de sensorafstand corrigeren.
• Draai de aandrukschroeven vast.
• Maak de afstandshouders vast aan de rail om de positie van de sensor te markeren.
• Plaats de zender en ontvanger van sensorpaar B in de tegenovergestelde rails. De sensorkabels wijzen in dezelfde
richting als de sensorkabels van sensorpaar A.
• Stel de meetbarrièreafstand in tussen de zenders en de ontvangers van respectievelijk sensorpaar A en B, die wordt
aangegeven op de transmitter. Als de aanbevolen meetbarrièreafstand die op de transmitter wordt aangegeven, niet kan
worden ingesteld vanwege de grootte van de sensor, monteer dan sensorpaar B op de kleinst mogelijke afstand van
sensorpaar A. Zorg ervoor dat er enkele millimeters ruimte overblijft tussen de sensoren van meetbarrière A en B. De
sensoren mogen elkaar niet raken.
• Schuif de veerbeugel over de sensoren van de sensorpaar B heen.
• Maak de sensoren vast door de aandrukschroeven lichtjes aan te draaien. Het uiteinde van de aandrukschroef moet
boven de boring op de sensor worden geplaatst.
• Corrigeer zo nodig de meetbarrièreafstand. De afstand van de meetbarrière moet worden ingesteld op een
nauwkeurigheid van 1 mm.
• Draai de aandrukschroeven vast.
• Maak de afstandshouders vast aan de rail om de positie van de sensor te markeren.
• Controleer of de sensorafstand van sensorpaar B overeenkomt met de waarde die op de transmitter wordt aangegeven.
• Fixeer de sensorkabels met een kabelbinder om ze te beschermen tegen mechanische belasting.
• Plaats de afdekking op de rail, zie Afb. 6.44.
• Draai de schroeven (2) aan beide zijden van de afdekking vast, zie Afb. 6.44.
UMFLUXUS_G831ST-HTV1-3NL, 2022-11-01
1
6 Montage
6.2 Sensoren
45
Advertenties
Inhoudsopgave
