Service
Alternatorvoeding en turbine
1. Voer de procedure Vóór u aan het onderhoud
begint uit, pagina 16. Schakel de hoofdluchttoevoer
uit.
2. Open de bedieningskast.
3. Zie A
. 9. Maak de uitgaande aansluitingen van de
FB
voedingskabel los van de alternator (501). Koppel de
aardedraad (G) los van de aardaansluiting van de
bedieningskast (T).
4. Koppel de stroomkabels los van de geavanceerder
vloeistofregelmodule, de USB-module en de
displaymodule.
5. Koppel de luchtregelleiding en uitlaatluchtleiding los
van de wisselstroommodule.
Luchtregelleiding
T
A
. 9. Het verwijderen van de wisselstroommodule (en turbine)
FB
20
6. Verwijder vier schroeven (509) van de montage om
de wisselstroommodule van de bedieningskast af te
nemen.
7. Verwijder zeven schroeven (501h) om de
wisselstroombehuizingen van elkaar te scheiden.
8. Vervang indien nodig de turbine (501d). Smeer de
O-ring van de turbine licht in om de
alternatorbehuizing eenvoudiger weer in elkaar te
kunnen zetten.
9. Volg de stappen in omgekeerde volgorde om de
alternatormodule weer in elkaar te zetten en de
stroomkabels en luchtleidingen weer aan te sluiten.
10. Sluit de bedieningskast en schakel de stroom
weer in.
Kabelaan-
sluitingen
ti16456a
501d
509
G
501h
Toevoerleiding
loskoppelen
501
ti16455a
Uitlaatluchtleiding
loskoppelen
3A1685T