Onderhoud
aandrijfsysteem
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
GEVAAR
Een te lage bandenspanning vermindert
de stabiliteit van de machine op hellingen.
Hierdoor kan de machine omkantelen,
waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan
ontstaan.
Pomp de banden niet te zacht op.
Opmerking:
Zorg ervoor dat alle banden steeds de
aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan
de machine optimale maaiprestaties leveren en goed
functioneren.
1.
Meet de bandenspanning van elke band. De
luchtdruk in de banden moet tussen 0,97 en
1,10 bar zijn.
2.
Indien nodig de banden oppompen of aflaten tot
u 0,97 tot 1,10 bar meet.
De wielmoeren aandraaien
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Draai de wielmoeren vast in een kruispatroon met een
torsie van 61 tot 88 N·m.
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg ervoor dat de wielmoeren zijn
aangedraaid met een torsie van 61 tot 88 N·m.
De tractie-aandrijving
afstellen voor de
neutraalstand
Als de machine beweegt wanneer het tractiepedaal in
de
staat, moet de afstelnok van de
NEUTRAALSTAND
tractie worden afgesteld.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Krik een voorwiel en een achterwiel van de
grond en plaats steunblokken onder het frame.
WAARSCHUWING
Als de machine niet goed is ondersteund,
kan deze per ongeluk naar beneden
vallen, waardoor iemand die zich eronder
bevindt, letsel kan oplopen.
Hef een voorwiel en een achterwiel op
van de grond, omdat anders de machine
tijdens de afstelling zal bewegen.
3.
Draai de borgmoer op de afstelnok van de
tractie los
(Figuur
1. Afstelnok van de tractie
WAARSCHUWING
De motor moet lopen opdat u een laatste
afstelling van de afstelnok van de tractie
kunt uitvoeren. Contact met hete of
bewegende onderdelen kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
Houd uw handen, voeten, gezicht en
andere lichaamsdelen uit de buurt
van de geluidsdemper, andere hete
motoronderdelen en draaiende delen.
4.
Start de motor en draai de zeskantige moer
van de nok in beide richtingen om de middelste
55
76).
Figuur 76
2. Borgmoer
g352331