5
De rolbeugel monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Rolstang
4
Flenskopbout
4
Borgmoer
1
Slangklem
Procedure
Belangrijk:
U mag een rolbeugel nooit lassen
of aanpassen. Een beschadigde rolbeugel moet
worden vervangen; u mag deze niet repareren of
aanpassen.
1.
Breng de rolbeugel omlaag op de
montagebeugels van de tractie-eenheid
en lijn de montageopeningen uit. Controleer of
de ontluchtingsbuis van de rolbeugel zich aan
de linkerkant van de machine bevindt
1. Rolbeugel
2. Montagebeugel
3. Ontluchtingsbuis
2.
Bevestig de beide zijden van de rolbeugel aan
de montagebeugels met 2 flenskopbouten en 2
borgmoeren
(Figuur
vast met een torsie van 81 N·m.
3.
Bevestig de slang voor de brandstoflei-
ding/ontluchtingsbuis aan de rolbeugel met de
slangklem.
(Figuur
Figuur 8
4. Slang voor brandstoflei-
ding/ontluchtingsbuis
5. Slangklem
8). Draai de bevestigingen
VOORZICHTIG
Als u de motor start wanneer de
brandstofontluchtingsslang niet aan de
ontluchtingsbuis gekoppeld is, zal er
brandstof uit de slang stromen en is er
meer gevaar op brand of een explosie.
Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade
veroorzaken.
Koppel de brandstofontluchtingsslang
aan op de ontluchtingsbuis voordat u de
motor start.
6
De hefarmen aan de
voorzijde monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Set met hefarmen (optionele set – afzonderlijk
1
bestellen)
8).
Voorbereiden om de hefarmen te
monteren
1.
Steek een draaistang in elke hefarm en lijn de
montageopeningen uit
g011160
1. Hefarm
2.
Bevestig de draaistangen aan de hefarmen met
2 bouten (5/16" x ⅞").
3.
Draai de bouten vast met een torsie van 37 tot
45 N·m.
4.
Verwijder aan de voorkant van de machine
de 2 flenskopschroeven (½" x 2") waarmee
de koppeling van de taatsas is bevestigd aan
de taatsassen van de hefarm, en verwijder de
koppeling
16
(Figuur
9).
Figuur 9
2. Draaistang
(Figuur
10).
g011162