3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en trap het
koppelingspedaal in.
4. Controleer of de hydraulische hefhendel in de middelste
stand staat.
5. Raak met uw voet het gaspedaal niet aan.
6. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar
rechts om de motor te starten.
Opmerking: Laat het sleuteltje los zodra de motor
start.
Belangrijk: Om te voorkomen dat de startmotor
oververhit raakt, mag u de startmotor niet langer dan
15 seconden in werking stellen. Als u de motor 15
seconden achtereen hebt gestart, moet u 60 seconden
wachten voordat u een nieuwe startpoging doet.
Met de machine rijden
1. Zet de parkeerrem vrij.
2. Druk het koppelingspedaal volledig in.
3. Zet de schakelhendel in de eerste versnelling.
4. Laat het koppelingspedaal langzaam opkomen, terwijl
u het gaspedaal intrapt.
5. Wanneer de machine voldoende snelheid heeft,
haalt u uw voet van het gaspedaal, trapt u het
koppelingspedaal volledig in, zet u de schakelhendel in
de volgende versnelling en laat u het koppelingspedaal
omhoogkomen, terwijl u het gaspedaal intrapt.
6. Herhaal deze stappen tot u de juiste snelheid heeft
bereikt.
Belangrijk: Stop de machine voordat u van een
versnelling achteruit naar een versnelling vooruit
schakelt, of andersom.
Opmerking: Laat de motor niet lange tijd stationair
draaien.
Gebruik onderstaande tabel om de rijsnelheid van
het voertuig te bepalen bij een motortoerental van
3600 tpm.
Over-
Bereik
brenging
1
L (laag)
2
L (laag)
3
L (laag)
1
H (hoog)
2
H (hoog)
3
H (hoog)
R
L (laag)
R
H (hoog)
Verhou-
Snelheid
Snelheid
ding
(km/u)
(mijl/u)
82,83 : 1
4,7
2,9
54,52 : 1
7,2
4,5
31,56 : 1
12,5
7,7
32,31 : 1
12,2
7,6
21,27 : 1
18,5
11,5
12,31 : 1
31,9
19,8
86,94 : 1
4,5
2,8
33,91 : 1
11,6
7,1
Belangrijk: Probeer de motor niet te starten
door de machine aan te duwen of te slepen. De
aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen.
De machine stoppen
Om de machine tot stilstand te brengen, haalt u uw voet van
het gaspedaal, trapt u het koppelingspedaal in en trapt u het
rempedaal in.
Motor afzetten
Om de motor af te zetten, draait u het contactsleuteltje naar
de stand Uit en stelt u de parkeerrem in werking. Verwijder
het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor
per ongeluk start.
Een nieuwe machine inrijden
Om ervoor te zorgen dat de machine goede prestaties
levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100
bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen.
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en
de motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een
onderdeel van de machine oververhit raakt.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden warm laten worden, voordat u het voertuig
in de versnelling zet.
•
Laat de motor niet 'razen'.
•
Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken
(inrijden) voordat u het voertuig gaat gebruiken. Om de
remmen in te rijden, laat u het voertuig op volle snelheid
rijden, daarna remt u om het voertuig snel te laten
stoppen zonder de wielen te blokkeren. Herhaal dit 10
keer en wacht steeds 1 minuut voordat u opnieuw remt
om te voorkomen dat de remmen oververhit raken. Dit is
het meest effectief als de machine is beladen met 454 kg.
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het gebruik.
Laat de motor niet langdurig stationair draaien. Vermijd
snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
•
Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere controles op
rustige momenten.
Veiligheidssysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
29