20.6
Weergegeven centrifugeerparameters na het inschakelen van het apparaat
Het kan worden ingesteld of na het inschakelen van het apparaat de centrifugeerparameters van het laatst gebruikte
programma of van programma 1 worden weergegeven.
Bij stilstand van de rotor kan dit als volgt worden ingesteld:
De bewerking kan op ieder ogenblik worden afgebroken door op de toets
worden de instellingen niet opgeslagen.
De toets 8 seconden ingedrukt houden.
De toets zo vaak indrukken tot de
volgende indicatie verschijnt.
De toets indrukken.
START
PULSE
De toets zo vaak indrukken tot één van
beide indicaties verschijnt.
Start Pr : Weergegeven programma na
het inschakelen.
First : Programma 1.
Last : Laatst gebruikte programma.
Met de toetsen First of Last instellen.
De toets indrukken om de instelling op te
START
PULSE
slaan.
De toets één keer indrukken, om het
STOP
OPEN
menu
"
Settings" te verlaten of twee keer
indrukken, om het " MACHINE MENU "
te verlaten.
STOP
OPEN
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
NL
te drukken. In dit geval
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
PROG
RPM
t/min:s
Voorbeeld:
PROG
RPM
t/min:s
35/163