4 Eerste inbedrijfstelling
4 Eerste inbedrijfstelling
Voorwaarden
Het systeem dient hydraulisch vakkundig te zijn uitgevoerd
benevens aan de richtlijnen van de montage-instructies en
van het installatieschema te voldoen. Alle benodigde sen-
soren, pompen en regelkleppen dienen overeenkomstig
het aansluitschema van het betreffende systeem te wor-
den aangesloten.
Voor overige details: zie de
van het betreffende systeem benevens het
cument aansluitschemata en installatieschemata
(ALS-MAX-7).
De inbedrijfstelling wordt uitsluitend uitgevoerd aan de
hand van de meegeleverde montage-instructies van het
desbetreffende systeem. De aldaar beschreven stappen en
bijbehorende volgorde van de stappen zijn bepalend en
verwijzen op de relevante plaatsen naar bepaalde hoofd-
stukken binnen deze bedieningsinstructies.
4.1 Configuratie van de SolvisCon-
trol
Protocol
Voor de documentatie van de instellingen is het inbedrijf-
stellingsprotocol (PTK-HEFT-I) beschikbaar.
Externe warmtegenerator
Indien er een externe warmtegenerator aanwezig en aan-
gesloten is, dan dient deze overeenkomstig de bedienings-
instructies van de desbetreffende fabrikant in bedrijf te
worden gesteld.
Installatie inschakelen
1. Evt. de gas- of oliekraan openen en de noodschakelaar
van de verwarming inschakelen.
2. De hoofdschakelaar indrukken.
10
montage-instructies
do-
SolvisMax/SolvisBen · Technische wijzigingen voorbehouden 11.18 · BAL-SBSX-I-NL SOLVIS
Afb. 3: Installatie inschakelen
Initialiseren
Bij de eerste inschakeling wordt de initialisering automa-
tisch opgeroepen. De bevestigingsvragen stap voor stap
overeenkomstig de werkelijk geïnstalleerde installatie
doorlopen en zodoende de SolvisControl op het systeem
instellen.
Wij adviseren in ieder geval, het "Protocol initialise-
ring" in te vullen en deze handleiding in de nabij-
heid van de installatie te bewaren. De oude sys-
teemgegevens worden gewist indien in geval van
wijzigingen (bijv. bij het toevoegen van een zonne-
installatie) het initialiseringsmenu opnieuw moet
worden opgeroepen.
Basisinstelling
Voor de basisinstelling achtereenvolgens de volgende
hoofdstukken doornemen:
•
Hoofdstuk „Kalibreren van het touchscreen", pag. 13
•
Hoofdstuk „Gebruikerswisseling", pag. 13
•
Hoofdstuk „Configuratie aansturing warmtegenera-
tor", pag. 14
•
Hfdst. „Configuratie van de ketellaadpomp", pag. 15
•
Hoofdstuk „Configuratie van de speciale functie vas-
tebrandstofketel", pag. 17
•
Hoofdstuk „Inbedrijfstelling van de warmtegenera-
tor", pag. 18
•
Hoofdstuk „Basisinstelling verwarming, water en
eventueel circulatie", pag. 18
•
Hoofdstuk „Plausibiliteitscontrole", pag. 22