4 Eerste inbedrijfstelling
Ketellaadpomp configureren
De regelaar regelt de laadpomp aan de hand van de
ketel- en de voorraadvattemperatuur, zie onderstaand
voorbeeld.
1. In het installateur-menu „Overige" - „Vastebrandstof-
ketel" selecteren.
2. In het menu „LAADPOMP>VASTEBRANDSTOFKETEL"
de door de fabrikant geadviseerde minimale ketelwa-
tertemperatuur instellen.
LAADPOMP>VASTEBRANDSTOFKETEL
Ketel minimale temp.
Keteltemp. Stop
Minimale start
Minimale stop
Voorbeeld:
De temperatuur „Voorraadvatreferentie" bedraagt S3 =
50 °C, dan schakelt de ketellaadpomp in en het laden be-
gint, indien:
• Ketelwatertemperatuur > „Ketel min.temp." > 55 °C en
• Ketelwatertemperatuur > S3 + „Min. Start." > 50 °C + 8 K
> 58 °C.
4.7 Inbedrijfstelling van de warm-
tegenerator
4.7.1 SolvisMax/Ben Gas en Olie
De inbedrijfstelling met
ling brander" in de bedieningsinstructies van het
betreffende systeem beginnen.
4.7.2 SolvisMax Stadsverwarming
De inbedrijfstelling met
ling huiscentrale" in de montage-instructies (MAL-
FW-7-HSZ) beginnen.
4.7.3 SolvisMax Solo
De externe warmtegenerator moet voor inbedrijfstelling
van de gehele verwarmingsinstallatie hydraulisch en elek-
trisch, aan de hand van de bedieningsinstructies van de
fabrikant gevuld en ontlucht zijn.
De inbedrijfstelling met
van de verwarmingsinstallatie" in de montage-
instructies (MAL-MAX-7) beginnen.
18
55°C
-5K
8K
4K
hoofdstuk „Inbedrijfstel-
hoofdstuk „Inbedrijfstel-
hoofdstuk „Opwarmen
4.8 Basisinstelling verwarming,
water en eventueel circulatie
In dit hoofdstuk worden uitsluitend de meest nood-
zakelijke instellingen toegelicht. Voor een meer
uitvoerige lijst, zie
27.
4.8.1 Verwarming
Voor ieder aangesloten verwarmingscircuit moeten
de instellingen overeenkomstig de omstandigheden
van de installatie worden aangepast. Hieronder
worden de instellingen voor "Verw.circ. 1" beschre-
ven. Voor de overige verwarmingscircuits dienen de
beschreven stappen herhaald te worden.
"Steilheid" instellen
1. Naar het "INSTALLATEURMENU" omschakelen.
2. Menu-item "Verwarming" selecteren.
INSTALLATEURMENU
* Alleen aanwezig bij SolvisMax gas
3. "Verwarmingsgroep 1" selecteren.
VERWARMING
Verwarmingsgr. 1
Verwarmingsgr. 2
Verwarmingsgr. 3
Service
* Afhankelijk van het toegepaste systeem zijn andere me-
nupunten mogelijk.
4. In het menu "VERWARMING>VERWARMINGSCIRCUIT
1" met behulp van de navigatieknop naar het subme-
nu: "2/11" gaan.
5. "Steilheid" aan de omstandigheden aanpassen. Afhan-
kelijk van de bij de initialisering geselecteerde verwar-
ming is vooraf bijvoorbeeld een waarde van 1,2 (radia-
tor) of 0,8 (vloerverwarming) ingesteld.
SolvisMax/SolvisBen · Technische wijzigingen voorbehouden 11.18 · BAL-SBSX-I-NL SOLVIS
hoofdstuk „Instellingen", blz.
Aanvraag
Brandervermogen*
Vloerdroging
Onderhoudsfunctie
- -