WARMWATER>VRAAG 1/2
Regelstatus
Setpointwaarde
Buffer Tmin.
Ingestelde waarde Lino 3|4*
* Alleen bij aansluiting van de pelletketel SolvisLino 3 of 4.
Om verkalking van de oppervlakken van de warm-
tewisselaar zo laag mogelijk te houden, de gewens-
te warmwatertemperatuur op de fabrieksinstelling
behouden of kouder instellen.
• Hoe lager de "Gewenste waarde" wordt geselec-
teerd, hoe kleiner de kans op verkalking (en hoe
groter de energiebesparing).
• De waterhygiëne blijft gegarandeerd omdat de
Solvis-systemen een zogenaamd verswatersys-
teem zijn.
• Pas de waarde aan uw behoeften aan. Een opti-
maal compromis tussen comfort en kans op ver-
kalking als gevolg van hoge temperaturen is bijv.
een gewenste waarde van 45 °C.
• Als de hoeveelheid kalk in het kraanwater hoog is,
raden we ook aan om de thermische mengklep
apart in te stellen (zie
mengklep instellen" van de montagehandleiding
van het betreffende systeem).
Warmwaterbereiding instellen
Om beschadigingen aan de pomp te voorkomen moet de
voorraadvat volledig gevuld en ontlucht zijn.
1. Voorraadvat volledig opwarmen.
2. Naar het "INSTALLATEURMENU" omschakelen.
3. Menupunt "Overig" selecteren.
INSTALLATEURMENU
* Alleen aanwezig bij SolvisMax gas
4. "PWM/Analoog" selecteren.
OVERIGE
Installatiestatus
PWM/Analoog
Systeeminfo
Geheugenkaart
Gebruiker wissel.
SOLVIS SolvisMax/SolvisBen · Technische wijzigingen voorbehouden 11.18 · BAL-SBSX-I-NL
Off
50°C
30°C
normal
hfdst. "Thermische
Telfunctie
Remote
–––
–––
5. Aan een tappunt de warmwaterkraan opendraaien.
6. De weergave in het menu
"OVERIGE>PWM/ANALOOG" in acht nemen: "WW-
pomp" moet een waarde die groter dan nul is weerge-
ven.
Als dit niet het geval is, moet de warmwaterpomp (aan-
sluitkabel) worden gecontroleerd.
OVERIGE>PWM/ANALOOG
Uitgangen
Ingangen
Modulatie:
10.0V
ext. vraag:
Zonnec.pomp 1:
100%
Ingang AI-2
Zonnec.pomp 2:
75%
Zonnec.druk:
Laadpomp:
0%
WW-pomp
23%
7. Ga met de toets Vorige terug naar het menu
"OVERIGE".
8. "Installatiestatus" selecteren.
9. Bij lopend warm water de weergave in het menu "In-
stallatiestatus" in de gaten houden:
– S18 moet waarde groter dan nul weergeven,
– S2 moet tot gewenste temperatuur WW stijgen.
INSTALLATIESTATUS
2
S01:
xxx.x°C
S07:
xxx.x°C
S02:
44.5°C
S08:
xxx.x°C
S03:
xxx.x°C
S09:
xxx.x°C
S04:
xxx.x°C
S10:
xxx.x°C
S05:
xxx.x°C
S11:
xxx.x°C
S06:
xxx.x°C
S12:
xxx.x°C
10. De warmwatertemperatuur aan het tappunt controle-
ren. Als deze te laag is, zie
verwarming en warmwater", pag. 54.
4.8.3 Circulatie
Indien een warmwatercirculatie is geïnstalleerd, dan dient
u de circulatie (bedrijfsmodus en eventueel het tijdven-
ster) tijdens de instructie en samen met de gebruiker van
de installatie in te stellen. De instructie wordt daarbij in de
bedieningsmodus „Specialist" uitgevoerd.
De inbedrijfstelling aan de hand van de
ge-instructies van het desbetreffende systeem uit-
voeren.
4.9 Antiblokkeerbeveiliging
De antiblokkeerbeveiliging voorkomt door kort en regel-
matig inschakelen dat de aangesloten pompen en meng-
kleppen buiten de bedrijfstijden vast gaan zitten. Inscha-
keltijdstip en -duur kunnen vrij worden gekozen.
4 Eerste inbedrijfstelling
10.0V
0.0V
3.5bar
S13:
xxx.x°C
S14:
xxx.x°C
S15:
xxx.x°C
S16:
xxx.x°C
S17:
xxx l/h
S18:
15 l/min
hoofdstuk "Fouten bij
monta-
21