Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon iR1024A Uitgebreide Gebruikershandleiding pagina 102

Verberg thumbnails Zie ook voor iR1024A:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
6.
Een bestemmingsadres instellen via het
bedieningspaneel.
● Instellingsvoorbeeld bestemming:
– Instellingen aan de serverzijde:
[Full computer name]
starfish.organization.company.com
(Volledige
Maak een map met de naam
computernaam):
"gedeeld" in de aangegeven map
van de FTP-server
"\Inetpub\ftproot", en geef aan dat
"gedeeld" de bestemming is.
– De bestemmingsinstellingen voor het apparaat:
Het serverprotocol:
<FTP>
<NAME> (Naam):
De naam van de bestemming
<HOST NAME>
starfish.organization.company.com
(Hostnaam):
<FILE PATH>
gedeeld
(Pad bestand):
<LOGIN NAME>
Gebruikersnaam die is ingevoerd
(Aanmeldnaam):
in stap 5
<PASSWORD>
Wachtwoord van bovenvermelde
(WACHTWOORD):
gebruiker
OPMERKING
– Als u [Full computer name] (Volledige computernaam) wilt
gebruiken, die in stap 4 is bevestigd als de hostnaam voor
<HOSTNAAM> zoals aangegeven in het voorbeeld, moet u een
DNS-server gebruiken. (Dit is ook van toepassing wanneer het
apparaat en de FTP-server zich in hetzelfde subnet bevinden.) Als
er geen DNS-server beschikbaar is, moet de hostnaaminstelling
worden aangegeven via het IP-adres van de FTP-server.
– Zowel voor <HOST NAME> (Hostnaam) als voor <FILE
PATH> (Pad bestand) kunnen maximaal 120 alfanumerieke
tekens worden ingevoerd op het bedieningspaneel.
– Als u de taal van het scherm wijzigt, kan het zijn dat <HOST
NAME> (Hostnaam) en <FILE PATH> (Pad bestand) niet juist
worden weergegeven.
– Voor instructies voor het opgeven van doeladresinstellingen,
zie "Instellingen adresboek" op pag. 1-23.
Terug
Vorige
UNIX
OPMERKING
– UNIX-gebruikers moeten werken met Solaris 2.6 of hoger om de
computer te kunnen gebruiken als FTP-server.
– In bepaalde omgevingen moeten specifieke instellingen worden
ingevoerd om FTP te kunnen gebruiken. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder voor meer informatie.
1.
Meld u aan als superuser op een werkstation.
2.
Definieer de gebruikers die gegevens zullen
verzenden van het apparaat en leg de
wachtwoorden vast.
Een gebruikersnaam of een wachtwoord mag niet langer zijn dan
24 alfanumerieke tekens.
3.
Maak een gedeelde map die wordt gebruikt
als bestemmingsadres, en geef lees- en
schrijfrechten aan gebruikers die gegevens
zullen versturen.
BOVEN
Volgende
3-32

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ir1024fIr1024iIr1024ifIr1020Ir1020j

Inhoudsopgave