Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
6.
Druk op
of
om <ON> (Aan) of <OFF>
(Uit) te selecteren en druk vervolgens op
[OK].
<ON> (aan): items van het apparaat weergeven of wijzigen met
een hulpprogramma dat SNMP gebruikt voor het bijeenbrengen
van informatie.
<OFF> (uit): als u geen gebruik maakt van een SNMP-
hulpprogramma.
OPMERKING
– Als u een Canon-printerstuurprogramma of -hulpprogramma
wilt gebruiken, kiest u <ON> (Aan) voor zowel <USE SNMP>
(SNMP gebruiken) en <DEDICATED PORT> (Speciale poort).
– U kunt de IP-adressen beperken van de computers waarop u
items kunt weergeven of wijzigen. Als u het aantal IP-
adressen beperkt, kan vanaf computers waarvan het IP-adres
niet is toegestaan, de gebruikersinterface op afstand niet
worden gebruikt voor weergave of wijzigen van gedetailleerde
informatie, zelfs niet als <USE SNMP> (SNMP gebruiken) en
<DEDICATED PORT> (Speciale poort) zijn ingesteld op
<ON> (Aan). Voor meer informatie, zie "Protocolinstellingen
voor een TCP/IP-netwerk" op pag. 3-14.
7.
Controleer of <COMMUNITY NAME 1> wordt
weergegeven en druk dan op [OK].
8.
Voer met de numerieke toetsen een
community-naam in anders dan 'public' en
druk dan op [OK].
9.
Als u <COMMUNITY NAME 2> wilt opgeven,
drukt u op [OK].
Druk anders op [
] en ga verder met 11.
Terug
Vorige
10.
Voer met de numerieke toetsen de
community-naam in en druk dan op [OK].
11.
Controleer of <SNMP WRITEABLE 1> wordt
weergegeven en druk dan op [OK].
12.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) te
selecteren en druk vervolgens op [OK].
13.
Als u <SNMP WRITABLE 2> wilt opgeven,
drukt u op [OK].
Ga anders verder met stap 15.
14.
Druk op [
] of [
] om <AAN> te
selecteren en druk op [OK].
15.
Druk op [Stop] om terug te keren naar de
stand-bymodus.
16.
Start het apparaat opnieuw op.
BOVEN
Volgende
3-11