Geavanceerde
1
verzendfuncties
Verzendfuncties aanpassen
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
■
Aantal pogingen instellen
U kunt instellen hoe dikwijls het apparaat de gegevens
automatisch opnieuw verzendt wanneer de gegevens niet
konden worden verstuurd omdat de ontvanger bezet was of
omdat een fout is opgetreden.
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <TX/RX
SETTINGS> (TX/RX-instelling.) te selecteren
en druk op [OK].
3.
Druk op [
] of [
] om <COMMON
SETTINGS> (Alg. instellingen) te selecteren,
en druk vervolgens op [OK].
4.
Druk op [
] of [
] om <TX SETTINGS>
(TX-instell.) te selecteren, en druk vervolgens
op [OK].
5.
Druk op [
] of [
] om <RETRY TIMES>
(Aantal pogingen) en druk op [OK].
Terug
Vorige
6.
Druk op [
], [
], of gebruik de numerieke
toetsen om op te geven hoe vaak het apparaat
het nummer kiest (0 tot 5 keer) en druk op [OK].
7.
Druk op [Stop] om terug te keren naar de
stand-bymodus.
■
Automatische nummerherhaling
Met de automatische nummerherhaling kan het apparaat
automatisch het faxnummer van de ontvanger terugbellen
wanneer deze niet kan worden bereikt omdat de lijn bezet is of
omdat er een verzendingsfout is geweest. Automatische
nummerherhaling kan <ON> (Aan) of <OFF> (Uit) worden
geschakeld. Als u <AUTO REDAIL> (Autom. herh.) op <ON>
(Aan) zet, kunt u opgeven hoe vaak het nummer door het
apparaat moet worden herhaald, alsmede de tijdsduur tussen
de herhalingen.
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <TX/RX SETTINGS>
(TX/RX INSTELL.) te selecteren en druk op
[OK].
BOVEN
Volgende
1-7