5. Gebruik direct na het centrifugeren een overdrachtspipet (of een pipet van 300 µl) om het
juiste volume monster over te brengen naar een Catalyst-monstercup (zorg ervoor dat
er geen bellen aanwezig zijn in de monstercup en let er in het bijzonder op geen cellen
aan te zuigen tijdens plasma-afname). Het benodigde volume varieert afhankelijk van
het aantal slides dat wordt gebruikt in de bewerking. Voor meer informatie raadpleegt
u ' J uiste monstercupvolume' op pagina 22.
2
Een serummonster voorbereiden
1.
Gebruik het juiste buisje en afname-apparaat.
2. Neem voorzichtig het monster af en breng het, indien nodig, over.
3. Laat het monster minimaal 20 minuten stollen.
4. Centrifugeer het monster binnen 45 minuten na afname (raadpleeg de
bedieningshandleiding van uw centrifuge voor instellingen en tijden).
5. Gebruik direct na het centrifugeren een overdrachtspipet (of een pipet van 300 µl) om
het juiste volume monster over te brengen naar een Catalyst-monstercup (zorg ervoor
dat er geen bellen aanwezig zijn in de monstercup en let er in het bijzonder op om het
stollingsproces tijdens de serumafname niet te verstoren). Het benodigde volume varieert
afhankelijk van het aantal slides dat wordt gebruikt in de bewerking. Voor meer informatie
raadpleegt u ' J uiste monstercupvolume' op pagina 22.
2
Een urinemonster voorbereiden
1.
Neem het monster af via cystocentese (aanbevolen), katheter of spontane urine.
2. Breng het monster over naar een wegwerpmonsterbuisje.
3. Centrifugeer het monster.
4. Gebruik een overdrachtspipet (of een pipet van 300 µl) om het juiste volume supernatant
urine over te brengen naar een Catalyst-monstercup (zorg ervoor dat er geen bellen
aanwezig zijn in de monstercup). Het benodigde volume varieert afhankelijk van het
aantal slides dat wordt gebruikt in de bewerking. Voor meer informatie raadpleegt
u ' J uiste monstercupvolume' op pagina 22.
2
3
3
3
Monstervoorbereiding en -opslag
4
4
4
5
5
21