Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlagen
Eiwit in urine (UPRO)
Eiwit in urine wordt bepaald en vergeleken met de concentratie creatinine om het niveau van
niereiwitverlies (glomeruli en tubulair) te beoordelen om de verhouding eiwit in urine:creatinine
(UPC) vast te stellen.
Hoofdreden voor het uitvoeren van de test
Om te worden uitgevoerd met creatinine om de verhouding eiwit in de urine:creatinine (UPC) te
bepalen.
Meest voorkomende abnormaliteit aangegeven door de test
Proteïnurie geeft vroeg nierfalen, nefropathie met eiwitverlies aan.
Monstertype en voorzorgsmaatregelen
Gecentrifugeerde urine, bij voorkeur afgenomen via cycstocentese, opgevangen in een schone
container. Een inactief urinesediment moet worden aangetoond en een urineweginfectie (UTI)
via kweek en gevoeligheid moet worden uitgesloten voorafgaand aan het uitvoeren van de test,
omdat een UTI de UPC licht tot matig kan verhogen.
Aanvullende tests
Volledig urineonderzoek met kweek en gevoeligheid. Serumchemie, zoals creatinine, BUN,
albumine en globuline.
CBC
SNAP* 4Dx* Plus-test
Opslaginformatie
Urinemonsters moeten binnen 2 uur na afname worden verwerkt en kunnen tot 24 uur in een
koeling worden bewaard. Vries urinemonsters NIET in.
Reactiereeks
Mo
- pyrocatechol paarse kleurstof + oxalaat + eiwit
gekleurd complex kleurstof
6+
Medische protocolbeschrijvingen
Ammoniakprotocol
De basislijn van ammoniakniveaus moet worden beoordeeld in dieren met symptomen van
hepatische encefalopathie of in patiënten waarvan wordt vermoed dat ze portosystemische
shunts (PSS) hebben. Ammoniaktolerantietests kunnen worden overwogen om te evalueren
op PSS wanneer geen rekening wordt gehouden met galzuren (bijvoorbeeld in maltezers).
Ammoniaktolerantietest: Een basislijnmonster wordt afgenomen nadat de patiënt gedurende
12 uur heeft gevast. Ammoniumchloride (0,1 g/kg) door de mond via maagsonde
of gelatinecapsules. Een tweede monster wordt 30 minuten na de toediening van
ammoniumchloride afgenomen.
Opmerking: Braken tijdens de procedure leidt tot ongeldige resultaten.
Monstervereisten: 1 ml plasma behandeld met heparine, gescheiden van RBC's. Gebruik
geen serum.
Opslag/stabiliteit: Monsters moeten direct na afname worden geanalyseerd. Als er een
vertraging is tussen collectie, centrifugeren en analyse, moet het monster worden afgesloten
en direct op ijs worden gelegd.
Interferenties: Hemolyse, glucoseniveaus hoger dan 600 mg/dl (33,33 mmol/l), hoge BUN-
waarden
56
Advertenties
Inhoudsopgave
