Fase 4
Druk op de START-toets en laat weer los. De (continu)meting begint. De resultaten worden
weergegeven.
Druk nogmaals op START na het beëindigen van de meting; het laatste resultaat blijft weergegeven
(zie hieronder).
Fig. 33: Voorbeeld testresultaat aardingsweerstand
Sla het weergegeven resultaat op (zie punt 4.3)
OPMERKINGEN
Als het resultaat het meetbereik overschrijdt (open meetsnoeren), verschijnt het bericht "> 99.9 Ω".
Als de stroominterferentie hoger is dan 3A, verschijnt het bericht "Noise current >3A", hetgeen
erop wijst dat het resultaat foutief kan zijn.
3.6.
Soortelijke aardingsweerstand
Het is aan te raden de soortelijke aardingsweerstand te meten bij het berekenen van parameters van een
aardingssysteem (vereiste lengte en oppervlak van aardelektrodes, meest geschikte diepte om het
aardingssysteem te installeren enz.) teneinde zo nauwkeurig mogelijke resultaten te bekomen.
Voor meer informatie, zie handboek "Metingen op elektrische installaties in theorie en praktijk".
HOE VOERT MEN DE METING UIT ?
Fase 1
Zet de functieschakelaar op ρ RE. Het menu voor aardingsweerstand of soortelijke
aardingsweerstand verschijnt.
Selecteer de functie soortelijke aardingsweerstand door een druk op de FUNC (F1)-toets. De
functie is geselectered als het bericht "ρ EARTH" wordt weergegeven (zie hieronder).
Fig. 34: Beginmenu voor soortelijke aardingsweerstand
Rc...
Weerstand van de stroomprobe
Rp...
Weerstand van de spanningsprobe
27