Inhoudsopgave
Advertenties
Eén set batterijen op volle capaciteit kan het toestel voeden gedurende ongeveer 50uren met een
meet/pause-frequentie = 5s/25s
Batterijen voor testprobe en detector:
Een rood lampje dat oplicht wijst op lage batterijspanning. Maak de twee schroeven op de achterzijde
van het toestel los om het deksel van het batterijvakje te verwijderen. Gebruik batterijen van 9V type
6LR61.
Opmerkingen
Installeer de batterijen correct, zo niet functioneert het te testen toestel niet en kunnen de batterijen
ontladen worden (zie fig. 98).
Het bericht "Low battery durin m." tijdens of na de meting betekent dat de batterijspanning te zwak
is om een correct resultaat te verzekeren. Vervang de batterijen..
5.2.
Zekeringen
Het batterijvakje bevat drie zekeringen (zie fig. 98).
F1 = M 0.315A/250V, 20 x 5mm (deze beveiligt de interne stroomkring van het testtoestel indien
de contactpunten per ongeluk verbonden worden met de netspannning tijdens het meten van
±200mA of continuïteit).
F2 = F3 = T 4A/500V, 38 x10mm, doorslagcapaciteit 10kA/500V, type FLQ4, geproduceerd door
Littelfuse (algemene zekering op de ingang van de meetklemmen L/L1 en N/L2).
Controleer de zekeringen F2 en F3 als u één van de volgende functiestoornissen opmerkt:
-
het bericht "RCD tripped out" flikkert na een druk op de START-toets in elk van de functies
van de differentieelschakelaar evenals in de functies ZLINE en ZLOOP.
-
het bericht > 1999Ω wordt weergegeven in de functies R±200mA/CONTINUITY, ongeacht de
kortgesloten meetsnoeren.
-
het bericht >1000V verschijnt in de functie varistortest, ongeacht de kortgesloten meetsnoeren.
Controleer de zekering F1 als het bericht "replace FUSE M315mA" verschijnt in de functies
R±200Ma/CONTINUITY.
Waarschuwing
Vervang de defecte zekering enkel door een gelijkaardig type als het oorspronkelijke, dit om alle schade
aan het toestel en/of lichamelijk letsel te voorkomen.
5.3.
Reinigen
Bevochtig een doek met een reinigingsmiddel of alcohol om het oppervlak van de Eurotest 61557
schoon te maken en laat het toestel aan de lucht drogen alvorens het te gebruiken.
Opmerkingen
-
Gebruik geen vloeistoffen op basis van petroleum of koolwaterstof.
-
Vermijd vloeistofspatten op het toestel.
5.4.
Ijking
Het is van belang dat alle meettoestellen op geregelde tijdstippen geijkt worden. Bij sporadisch
dagelijks gebruik wordt een ijking éénmaal per jaar aanbevolen. Wordt het toestel permanent gebruikt,
dan is het aan te raden om de zes maanden een ijking te laten uitvoeren.
71
Advertenties
Inhoudsopgave
