Montagehandleiding ECblue Basic
5.4 Installatie volgens EMV
5.4.1 Stroom component bij 3 ~ types
Overeenkomstig EN 61000-3-2 moeten deze apparaten als "professionele" apparaten
worden geclassificeerd.
De aansluiting aan een laagspanningvoorziening (openbare net) is toegestaan voor
zover dit werd overlegd met het verantwoordelijke energiebedrijf.
5.4.2 Stuurleidingen
Om instrooiingen te voorkomen, moet op voldoende afstand tussen net- en
stuurleidingen worden gelet. De lengte van de stuurleidingen mag max. 30 m bedragen,
vanaf 20 m moeten deze afgeschermd zijn! Bij gebruik van een afgeschermde leiding
moet het scherm aan een kant, d.w.z. alleen op de signaalbron met de
beschermingsleiding worden verbonden (zo kort en indicatiearm mogelijk!).
L-BAL-F053-NL 2044 Index 012
Leidingen en montagepositie
Afhankelijk van de montagepositie en belasting de
"
aansluitleidingen van onderaf naar de
kabelschroefverbinding leiden of een waterafvoerbocht
aanbrengen.
Aanwijzingen
Bij de afdichtring geen extra kabelommanteling
"
aanbrengen (bijv. met isolatietape of een krimpkous).
"
De leiding moet droog en vrij van verontreinigingen (vet,
stof of andere verontreinigingen) zijn.
Het gebruik van een beschadigde leiding is niet
"
toegestaan!
Hier invoeren van twee leidingen door een
"
kabelschroefverbinding is alleen toegestaan in combinatie
met een afdichtinzet voor twee leidingen.
Bij gebruik van de afdichtinzet voor twee leidingen is het
"
niet toegestaan de desbetreffende kabelschroefverbinding
met slechts een leiding te gebruiken!
"
Alleen leidingen met een cilindrische doorsnede
gebruiken. Bij andere doorsneden (bijv. lintkabels) zijn
speciale afdichtinzetten nodig!
Art.-nr. 00299816-NL
29/59
Elektrische installatie