Montagehandleiding ECblue Basic
6 Inbedrijfstelling
6.1 Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
Voorzichtig
•
Bij de inbedrijfstelling kunnen zich onverwachte en gevaarlijke situatie voor de gehele
installatie op grond van verkeerde instellingen, defecte componenten of verkeerde
elektrische aansluitingen voordoen. Alle personen en voorwerpen moeten uit het
gevarenbereik gehaald worden.
•
Neem de ventilator pas in bedrijf wanneer u alle veiligheidsinstructies (DIN EN 50110,
IEC 364) heeft gecontroleerd, de ventilator zich buiten reikwijdte bevindt (DIN EN ISO
13857) en niemand in gevaar kan worden gebracht.
•
Met A beoordeeld niveau van het geluidsvermogen groter dan 80 dB(A) mogelijk, zie
productcatalogus.
Vóór de eerste ingebruikneming controleren:
1. De vakkundige installatie en elektrische aansluiting van de ventilator moeten
voltooid zijn?
2. Is eventueel restmateriaal van het installeren en voorwerpen die daar niet
thuishoren moeten uit het aansluit- en ventilatorhuis verwijderd?
3. Veiligheidsinrichtingen – indien noodzakelijk - gemonteerd (EN ISO 13857)?
4. Bevindt het ventilatorloopwiel zich buiten de reikwijdte?
5. Zijn de bij de montagepositie behorende condenswateropeningen (voor zover
aanwezig) geopend resp. gesloten?
6. Komen de aansluitgegevens overeen met de gegevens op het typeplaatje?
Bij de inbedrijfstelling controleren:
1. Draairichting controleren (zien draairichtingpijl op ventilatorvleugel, bodemplaat
loopwiel resp. absorberende draagplaat of vermogensplaatje).
2. Let op een trillingvrije loop. Sterke schommelingen door een onrustige loop
(onbalans), bijv. door transportschade of ondeskundig gebruik, kunnen tot uitval
leiden.
3. Indien
toerentalbereiken uit te schakelen (vedere Motor set-up resp. extra module).
4. Ventilatoren van ZIEHL-ABEGG SE zijn in de leveringstoestand overeenkomstig
DIN ISO 21940-11 voor de overeenkomstige ventilatorcategorie conform ISO
14694 uitgebalanceerd. Controleer de ventilator op mechanische trillingen.
Wanneer de grenswaarden van de overeenkomstige ventilatorcategorie bij de start
worden overschreden, moet u de motor-/loopwieleenheid door vakpersoneel laten
controleren en eventueel nogmaals laten uitbalanceren voordat een continu bedrijf
is toegestaan.
L-BAL-F053-NL 2044 Index 012
resonantietrillingen
Art.-nr. 00299816-NL
optreden,
bestaat
38/59
Inbedrijfstelling
de
mogelijkheid
bepaalde