Hieronder volgt een omschrijving van de opties:
0. Zoek op naam
In dit menu kan een bestaande module worden geselecteerd, waarna de configuratie van deze module kan
worden gewijzigd.
1. Toevoegen / 2. Bevestigen
Vanuit deze menu's kan een nieuwe module worden ingelezen of een bestaande module worden bevestigd. De
Bevestigen functie wordt gebruikt om een module in het systeem te identificeren. Dit kan nodig zijn wanneer het
modulenummer verloren is en men de module opnieuw wil programmeren.
Wanneer u deze optie selecteert zal het systeem vragen een sabotage te maken op een module of de [<] [>]
toetsen in te drukken op een bediendeel. Na een correcte actie verschijnt in het display het type module en
nummer (b.v. ingangen mod. 02). Het ESN nummer kan ook handmatig worden ingevoerd.
Wanneer u een module heeft geselecteerd of ingelezen krijgt u de volgende opties:
• 0. Module Naam;
• 1. ESN Nummer;
• 2. Verbindingstype;
• 3. IP adres;
• 4. Configuratie;
• 5. Verwijderen module.
Hieronder volgt een omschrijving van de opties:
0. Module Naam (Naam)
Indien u deze optie selecteert verschijnt op het display de actueel geprogrammeerde benaming (standaard „ingang
/ bediendeel / voeding"). Er zijn 12 karakterposities beschikbaar. Zie hoofdstuk "Teksten programmeren" voor het
programmeren van een nieuwe benaming.
1. ESN nummer (ESN Electronisch Serie Nummer)
Op deze locatie wordt het ESN nummer van de module ingevoerd. Dit is een uniek nummer waarmee de module
communiceert op de Mbus. Indien de module is ingelezen wordt dit nummer automatisch geregistreerd.
2. Verbindingstype (connectie type)
Op deze locatie geeft u aan op wat voor manier de module is verbonden met het systeem. Indien het ESN
nummer automatisch is ingelezen zal ook deze parameter automatisch worden ingevoerd. De volgende opties zijn
beschikbaar:
• 0. Mbus-poort 1
• 1. Mbus over IP
3. IP-adres
Het IP-adres van de ccsMuSDO-slave waarop de module is aangesloten wordt hier ingesteld (standaard =
000.000.000.000). OPMERKING: Deze optie is enkel van toepassing indien bij optie Mbus over IP is
geselecteerd.
4. Configuratie
Vanuit de configuratie optie kunt u de configuratie van de module bekijken en eventueel veranderen. Hieronder
volgt een overzicht van de beschikbare items:
• Ingangen
Indien van toepassing geeft het display aan welke ingangen aan deze module zijn toegekend. Met behulp van
de [Enter] toets kan men rechtstreeks naar het "Ingangen" menu springen om de programmering aan te
passen.
• Uitgangen
Indien van toepassing geeft het display aan welke uitgangen aan deze module zijn toegekend. Met behulp van
de [Enter] toets kan men rechtstreeks naar het "uitgangen" menu springen om de programmering aan te
passen.
• Sabotage
In deze optie kunnen de sabotagecontacten van de modules worden geconfigureerd. De volgen items kunnen
worden ingesteld:
• 0. Naam schakelaar (Standaard = BEDIEND .., ING.MOD .., UITG.MOD .., VOEDING .. S1 , S2, S3);
• 1. Schakelaar actief (standaard = Uit).
• Instellingen
Bij het moederbord kan nadat u de toets [Enter] heeft ingedrukt de laadstroom voor de accu worden ingesteld.
Er kan gekozen worden uit 500mA, 1A, 1,6A. (standaard = 1,6A) Indien het een voeding module betreft kan de
laadstroom voor de accu worden ingesteld. Gekozen kan worden uit 500mA, 1A, 1,8A en bij Grade 3 voor
Pagina
22
van 58
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd