• 2. Deact Au ins. signa
Het bediendeel zal voor x tijd een attentie signaal geven dat het gebied ingeschakeld gaat worden.
4.5
BEDIENDEEL programmering
Bij het programmeren van de bediendelen worden de volgende parameters gebruikt:
• 0. Naam bediendeel;
• 1. Functietoetsen;
• 2. Opties;
• 3. SIA codes;
• 4. Type kaartlezer (Kaartlezer);
• 5. Blokken (Blok toekenning);
• 6. Geblok. vertraging.
Vanuit het "Bediendeel" programmeermenu krijgt u nadat u een bediendeel heeft geselecteerd toegang tot
bovenstaande items.
0. Naam bediendeel
Wanneer u deze optie selecteert, verschijnt op het display de actueel geprogrammeerde benaming (standaard
„Bediendeel XXX"). Er zijn 12 karakterposities beschikbaar. Zie hoofdstuk "Teksten programmeren" voor het
programmeren van een nieuwe benaming.
1. Functietoetsen
Elk bediendeel heeft 3 functietoetsen: F1, F2 en F3. Deze toetsen zijn vrij programmeerbaar.
• Functietoets 1 (standaard = Aanwezig inschakelen);
• Functietoets 2 (standaard = Afwezig inschakelen);
• Functietoets 3 (standaard = Storing menu).
De beschikbare functies zijn:
• Geen functie
Functie toets wordt niet gebruikt.
• Aanwezig inscha (Aanwezig inschakelen)
Schakelt het blok in de aanwezig mode. Dit betekent dat alle interieur afwezig zones automatisch worden
overbrugd. Vertraagde zones zullen een in- en uitgangsvertraging blijven behouden. Om deze functie zonder
toegangscode te kunnen gebruiken moet de optie "Snel inschakelen" zijn geactiveerd, anders zal na het
drukken van de functietoets een toegangscode moeten worden ingevoerd.
• Afwezig inschak (Afwezig inschakelen)
Schakelt het blok in de afwezig mode. Dit betekent dat alle interieur afwezig niet-overbrugde zones actief zullen
zijn na de uitgangsvertraging. Vertraagde zones zullen een in- en uitgangsvertraging blijven behouden. Om
deze functie zonder toegangscode te kunnen gebruiken moet de optie "Snelle inschakeling" zijn geactiveerd,
anders zal na het drukken van de functietoets een toegangscode moeten worden ingevoerd.
• In zonder inloopv (Inschakelen zonder inloop)
Na het indrukken van deze toets moet de gebruiker een geldige toegangscode invoeren. Het systeem zal nadat
de uitgangsvertraging is verstreken inschakelen en de ingangsvertraging verwijderen.
• Deurbel bediendeel (Deurbel bediendeel)
Deurbelfunctie aanzetten in het bediendeel
• Storing menu
Na het indrukken van deze toets wordt de storingszoemer gestopt en worden de storingen weergegeven.
• Reset detect (Reset Detector)
Door deze toets in te drukken, activeert het centrale controle paneel alle uitgangen die geprogrammeerd zijn
als "Reset detector".
• Uitgang sturen
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het gebruiker menu "uitgang sturen" binnen te
gaan. Er moet een geldige toegangscode worden ingevoerd voordat uitgangen handmatig kunnen worden
ingesteld.
• Overbrug menu
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het overbrugging menu binnen te gaan. Er moet
wel een geldige toegangscode worden ingevoerd voordat zones kunnen worden overbrugd.
• Alarm geheugen
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
Pagina
25
van 58