Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ASB-Security ccsMuSDO CertiProtectOne CCS5000 Installatiehandleiding pagina 29

Verberg thumbnails Zie ook voor ccsMuSDO CertiProtectOne CCS5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer een groep met deze instelling wordt aangesproken, zal het toegekende blok inschakelen. Zodra de
groep in rust is, wordt het blok weer uitgeschakeld.
• (21) Alleen deurbel (deurbel)
Zone functioneert als deurbel.
• (22) Sleutelschakelaar aanwezig Puls
Via een puls sleutelschakelaar kan het toegekende blok aanwezig worden in en uitgeschakeld.
• (23) Sleutelschakelaar aanwezig Status
Via een status sleutelschakelaar kan het toegekende blok aanwezig worden in en uitgeschakeld.
• (24) 24 TX alleen
Deze zones staan altijd actief. Als deze zones worden geopend, wordt onafhankelijk of het blok is in- of
uitgeschakeld een alarmmelding gegenereerd. Het systeem komt niet in alarm.
2. Zone opties
Hieronder volgt een omschrijving van de beschikbare Zone opties: Scroll door de opties en druk op [Enter] om
deze in-/uit te schakelen. Nadat alle benodigde aanpassingen zijn voldaan kunt u het menu verlaten door op
[Escape] te drukken.
• Sirene continu
Bepaalt of het luidalarm continu wordt aangestuurd.
• Sirene pulserend (Pulserende Sirene)
Bepaalt of het luidalarm pulserend (1 seconde aan, 1 seconde uit) wordt aangestuurd.
• Overbruggen mogelijk (Overbruggen toegestaan)
Bepaalt of de zone / ingang handmatig kan worden overbrugd.
• Zoemer continu
Bepaalt of de zoemer van het bediendeel continu wordt aangestuurd.
• Zoemer pulserend
Bepaalt of de zoemer van het bediendeel pulserend (1 seconde aan, 1 seconde uit) wordt aangestuurd.
• Geforceerd inschakelen
Bepaalt of de installatie kan worden ingeschakeld als er nog een groep wordt aangesproken op het moment
van inschakelen. Staat deze optie aan en wordt de groep nog steeds aangesproken nadat de uitlooptijd is
verstreken, dan wordt er geen alarm gegenereerd. De groep wordt ingeschakeld zodra deze in rust komt. Een
groep met deze instelling kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij een garagepoort. De gebruiker kan de installatie
inschakelen terwijl zijn garagepoort open staat. Wanneer hij die poort sluit, maakt de groep weer deel uit van
het systeem. Blijft de zone open, dan wordt een "overbrugd inschakel" transmissiecode verstuurd.
• PAC Tx stop (Pac Communicatie stop)
Bepaalt of het systeem de meldingen naar de PAC verstuurt, nadat het maximaal aantal meldingen per groep
is bereikt. De teller wordt elke keer dat het systeem wordt uitgeschakeld en om middernacht gereset.
• PAC Tx vertraging (Pac communicatie vertraging)
Bepaalt of het systeem de meldingen naar de PAC met vertraging verstuurt. Wordt het alarm bevestigd voordat
de vertragingstijd is verstreken dan wordt er geen transmissiecode verstuurd. Zo niet, dan wordt er na het
aflopen van de vertragingstijd een transmissiecode naar de meldkamer verstuurd.
• Dubbele detectie
Indien twee zones of tweemaal dezelfde zone met deze optie binnen de dubbele detectie tijd in alarm
gaan/gaat, dan zal een transmissiecode "politiecode" worden verstuurd.
• Communicatie PAC (PAC communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang naar de PAC verstuurd.
• Communicatie Ext (Ext communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang / naar een externe partij verstuurd.
• Communicatie RMM (RMM communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang / naar het beheercentrum verstuurd.
• Looptest (Looptest zone)
Bepaalt of het systeem deze zone meeneemt in de looptest. De looptest kan vanuit het Installateur menu
worden gestart.
• Flitslicht continu
Bepaalt of het flitslicht continu wordt aangestuurd.
• Flitslicht pulserend
Bepaalt of het flitslicht pulserend (1 seconde aan, 1 seconde uit) wordt aangestuurd.
• Deurbel aan (Deurbel)
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
Pagina
29
van 58

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave