Dankzij dubbele EOL-lussen kan middels het paneel worden opgemaakt of de groep in alarmsituatie verkeert,
gesaboteerd of defect is.
OPMERKING: Deze optie kan alleen worden toegepast wanneer normaal gesloten (NC) detectoren of
contacten worden gebruikt.
Hieronder vindt u een overzicht van de status van de groep in de mogelijke toestanden met de 5K6
weerstandsconfiguratie:
Lusweerstand Lusstatus
• 0Ω (kortsluiting, kortgesloten lus) Fout
• 5600Ω (contact gesloten) Veilig
• Oneindig (verbroken draad, open lus) Sabotage
• 11200Ω (contact open) Open
Dubbele EOL-lussen en AntiMask
4. SIA-opties
In deze parameter kan de transmissiecode worden aangepast. Zie Bijlage voor de standaard transmissiecodes
voor de verschillende zone-types.
5. Blokken
In deze parameter kan de zone / ingang aan één of meerder blokken worden toegekend. Toets het 2-cijferig
nummer in van het blok waaraan u de zone wilt toekennen. Onder het bloknummer verschijnt "X". Om de
toekenning te verwijderen kunt u nogmaals het bloknummer in toetsen, toets [Enter] om te bevestigen en de
parameter te verlaten.
6. Module-info
In deze parameter wordt informatie gegeven betreffende de module waaraan de ingang is toegekend.
4.7
UITGANGEN programmering
Bij het programmeren van een uitgang worden de volgende parameters gebruikt:
• 0. Naam uitgang;
• 1. Functies;
• 2. Opties;
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
Pagina
33
van 58