Figuur 18
1. Hoofdkabelboom
2. Vrouwelijke connector van
brandstofpomp
2.
Monteer de kabelboom van de geluiddemper
aan de brandstofpomp en de kabelboom die u
eerder hebt verwijderd
Figuur 19
1. Kabelboom van de
geluiddemper
2. Condensator
3.
Sluit de condensator aan op de ongebruikte
vrouwelijke connector op de kabelboom van de
geluiddemper.
g227242
3. Brandstofpomp
(Figuur
19).
g227241
3. Bestaande mannelijke
connector van kabelboom
Gebruiksaanwijzing
Inschakelen van de
vierwielaandrijving
Om automatische inschakeling van de
vierwielaandrijving mogelijk te maken drukt u
de bovenkant van de tuimelschakelaar in voor de 4
A
stand
(Figuur
UTO
1. 4x4 automatisch
inschakelen – aan
Als de 4WD schakelaar op Aan staat zal de machine
de vierwielaandrijving automatisch inschakelen
als de sensor waarneemt dat de achterwielen vrij
ronddraaien. Als de vierwielaandrijving ingeschakeld
is licht de indicator in de 4WD schakelaar op.
Belangrijk:
De machine schakelt de
vierwielaandrijving niet automatisch in tijdens
achteruitrijden.
Bij het achteruitrijden moet u de vierwielaandrij-
ving met de hand inschakelen met de 4WD knop.
Om de vierwielaandrijving met de hand in te schakelen
drukt u de 4WD knop op het bedieningspaneel in,
en houdt u deze ingedrukt, terwijl het voertuig in
beweging is, de vierwielaandrijving wordt dan actief.
Opmerking:
De vierwielaandrijving blijft
ingeschakeld zolang u de knop ingedrukt houdt. Om
de vierwielaandrijving met de hand in te schakelen,
hoeft de 4WD schakelaar niet op A
10
20).
Figuur 20
2. 4x4 automatisch
inschakelen – uit
te staan.
UTO
4
X
g227244