Een pendeltrein traject zal opgebouwd zijn al volgt:
a) Station 1
b) Afrempunt voor station 1
c) Station 2
d) Afrempunt voor station 2
In elk station zal de trein een gedefinieerde tijd blijven staan vooraleer in de omgekeerde
richting te vertrekken.
•
Zodra een trein, uit station 1 vertrekkend, het afrempunt voor station 2 bereikt zal
de ECoS een signaal "STOP" (rijstap 0) sturen. Gelijktijdig zal een inwendige tijdklok
aflopen.
•
De trein zal met een ingestelde afremvertrager stoppen. Deze moet zodanig
ingesteld zijn dat de locomotief juist in het station stopt. Hier moet eventueel
geëxperimenteerd worden.
•
Na het bereiken van een ingestelde tijd "T1" krijgt de locomotief een bevel tot
rijrichting omkeer.
De trein staat nu met de lichten in de juiste stand voor een volgend vertrek.
•
Na het bereiken van de ingestelde tijd "T2" zal de trein vertrekken richting station
2.
•
De halte tijden in de twee stations kunnen afzonderlijk ingesteld worden.
Voor het inrichten van de afrempunten van een pendelbedrijf moet U minstens
twee terug melders hebben.
•
Om een realistisch pendelen te bekomen is het belangrijk om van de gebruikte
locomotieven de decoder afstelling correct uit te voeren.
Verantwoordelijk voor de rijeigenschappen zijn:
Deze kunnen naar eigen behoefte ingesteld worden .
18.1. Opstellen van pendeltreinen
Het opstellen van een pendel bedrijf kan eenvoudig gebeuren:
a) Geconfigureerd pendelbedrijf.
b) Pendeltrein verwijderen.
De tijd "T1" zal gelijk zijn aan de tijd "T2" De tijd van "afrempunt station
1" tot de halte in station 1 + de tijd die de loc in oorspronkelijke richting
staat , zal gelijk zijn aan de tijd die de loc in de nieuwe (omgekeerde)
richting staat.
o
CV 145.6 ( "STOP verhalten" )
o CV27.7 ( "Konstanten Bremsweg bei Fahrstufe 0" )
o CV 254 ( "Konstante Bremsweg Aktivieren" )
•
Kies met deze Button het Set op dialoog venster.
•
Aan de linker beeldrand herkend U volgend pictogram
•
Het venster zie afbeelding 97 zal zichtbaar zijn.