Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
Proefexemplaar:
Wanneer u meerdere kopieën maakt, kunt u beginnen met één kopie om het resultaat te controleren,
en dan de rest kopiëren.
Afdruksets:
Hiermee kunt u instellen dat kopieën in groepen worden gesorteerd. U kunt het aantal kopieën, het
aantal sets en de afwerkingsopties instellen.
Uitvoerlade:
Selecteer de uitvoerlade voor Kopiëren.
Paginanummering:
❏ Paginanummering
Selecteer Aan als u op de kopieën paginanummers wilt afdrukken.
❏ Formaat
Selecteer de indeling voor paginanummering.
❏ Stempelpositie
Selecteer de positie voor paginanummering.
❏ Nummering wijzigen
Selecteer op welke pagina u het paginanummer wilt afdrukken. Selecteer Nummer beginpagina
om op te geven op welke pagina het afdrukken van de paginanummer moet beginnen. U kunt het
paginanummer waarmee moet worden gestart ook opgeven in Nummer eerste afdruk.
❏ Grootte
Selecteer het formaat van het nummer.
❏ Achtergrond
Selecteer of de achtergrond voor het paginanummer wit moet zijn. Als u Wit selecteert, ziet u het
paginanummer duidelijk als de achtergrond van het origineel niet wit is.
Rode kleur wissen:
Selecteer deze optie om kopieën te maken waarbij rode tekens in originelen worden gewist.
Bestand opslaan:
U kunt de gescande afbeelding opslaan in de opslagruimte.
❏ Instelling:
Geef aan of de gescande afbeelding alleen in de opslagruimte moet worden opgeslagen.
❏ Map (vereist):
Selecteer de opslagruimte waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan.
❏ Bestandsnaam:
Geef de bestandsnaam op.
❏ Bestandswachtwoord:
Stel het wachtwoord voor het bestand in.
❏ Gebruikersnaam:
Geef de gebruikersnaam op.
142