Faxen (alleen voor printers met faxfunctie)
Faxinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Faxinstellingen
Scaninstellingen:
Origineel formaat (glas):
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid:
Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Met + wordt de dichtheid donkerder, met - wordt
deze lichter.
Achtergr.verwijderen:
De donkerheid van de achtergrond aanpassen. Tik op + om de achtergrond lichter (witter) te
maken en tik op - om de achtergrond donkerder (zwarter) te maken.
Als u Auto selecteert, worden de achtergrondkleuren van de originelen gedetecteerd en
worden deze automatisch lichter gemaakt of verwijderd. Dit wordt niet correct toegepast
wanneer de achtergrondkleur te donker is of niet wordt gedetecteerd.
Scherpte:
Maakt omtrekken in de afbeelding scherper of minder scherp. Met + verhoogt u de scherpte en
met - vermindert u de scherpte.
ADF dubbelzijdig:
Scant beide zijden van originelen die in de ADF worden geplaatst en verzendt een fax in zwart-
wit.
Doorl.scannen (ADF):
Bij het versturen van een fax van de ADF kunt u geen originelen toevoegen in de ADF na het
starten van het scannen. Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst,
worden alle originelen verzonden volgens het grootste formaat. Schakel deze optie in zodat de
printer vraagt of u nog een pagina wilt scannen nadat het scannen van een origineel in de ADF
is uitgevoerd. Dan kunt u uw originelen sorteren en scannen op grootte en ze als één enkele fax
versturen.
>
Menuopties voor faxen
187
>
Faxinstellingen