Optionele items gebruiken
3. Stel het onderwerp voor de e-mailmelding in.
Selecteer de inhoud voor het onderwerp uit de twee vervolgkeuzelijsten.
❏ De geselecteerde inhoud wordt naast Onderwerp weergegeven.
❏ U kunt niet links en rechts dezelfde inhoud instellen.
❏ Wanneer het aantal tekens bij Locatie groter is dan 32 bytes, worden de tekens verwijderd waarmee de 32
bytes worden overschreden.
4. Voer het e-mailadres in voor het verzenden van de e-mailmelding.
Gebruik A–Z a–z 0–9 ! # $ % & ' * + - . / = ? ^ _ { | } ~ @, en voer tussen 1 en 255 tekens in.
5. Selecteer Standaard of Extra voor het netwerk dat u gebruikt voor het verzenden van berichten.
6. Selecteer de taal voor de e-mailmeldingen.
7. Schakel het selectievakje in voor de gebeurtenis waarvoor u een melding wilt ontvangen.
Het aantal Meldingsinstellingen is gekoppeld aan het aantal E-mailadresinstellingen.
Voorbeeld:
Als er een melding moet worden verzonden naar het e-mailadres dat is ingesteld bij nummer 1 in E-
mailadresinstellingen wanneer het papier in de printer op is, schakelt u het selectievakje in kolom 1 van de
regel Papier op in.
8. Klik op OK.
Controleer of een e-mailmelding wordt verzonden door de betreffende gebeurtenis na te bootsen.
Voorbeeld: geef een afdruktaak op voor een Papierbron waarbij geen papier is ingesteld.
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 471
&
"Een e-mailserver configureren" op pagina 556
&
"Items voor e-mailmeldingen" op pagina 632
&
Problemen oplossen bij gebruik van een extra netwerk
Kan niet afdrukken of scannen vanaf een computer
De instellingen van het standaard- of extra netwerk zijn onjuist.
U moet het standaardnetwerk en het extra netwerk configureren. Controleer de instellingen van beide netwerken.
Gerelateerde informatie
"Verbinding maken met het netwerk via het bedieningspaneel (bij gebruik van een extra netwerk)" op
&
pagina 448
>
Ethernetkaart (10/100/1000 Base-T,Ethernet)
452
>
Problemen oplossen bij gebruik va