Informatie voor beheerders
Belangrijk:
c
Wanneer u de TPM-chip vervangt, moet de encryptiesleutel in het USB-geheugen staan. Bewaar de USB-stick op
een veilige plek.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Systeembeheer > Veiligheidsinstel. > Wachtwoordcodering.
3. Selecteer Aan voor Wachtwoordcodering.
Wanneer een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.
4. Selecteer Ga verder naar back-up.
Het scherm voor het maken van een back-up van de encryptiesleutel wordt weergegeven.
5. Sluit de USB-stick aan op de USB-poort voor de externe interface van de printer.
6. Tik op Back-up starten.
Het schrijven naar de USB-stick wordt gestart. Als er al een encryptiesleutel is opgeslagen op de USB-stick,
wordt deze overschreven.
7. Wanneer het bericht wordt weergegeven dat de back-up is voltooid, tikt u op Sluiten.
P
8. Druk op de knop
P
9. Druk op de knop
Het wachtwoord is versleuteld.
Het opstarten van de printer kan langer duren.
De encryptiesleutel voor het wachtwoord herstellen
Als de TPM-chip kapot gaat, kunt u de encryptiesleutel met behulp van de back-up op de nieuwe TPM-chip
herstellen. Volg onderstaande stappen om de TPM-chip te vervangen terwijl het wachtwoord is versleuteld.
P
1. Druk op de knop
Op het bedieningspaneel van de printer wordt het bericht weergegeven dat de TPM-chip is vervangen.
2. Selecteer Herstellen vanaf back-up.
Wanneer het beheerderswachtwoord is ingesteld, voert u het wachtwoord in en drukt u op OK.
3. Sluit de USB-stick met de encryptiesleutel aan op de USB-poort voor de externe interface van de printer.
4. Tik op Herstellen vanaf back-up.
De encryptiesleutel wordt hersteld opde TPM-chip.
5. Controleer het bericht en tik vervolgens op OK.
De printer wordt opnieuw gestart.
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
om de printer uit te zetten.
om de printer weer in te schakelen.
om de printer in te schakelen.
>
Instellingen voor wachtwoordversleute
636