Polar CS400 Gebruiksaanwijzing
3. BE GINN EN
Vóór het activeren van uw fietscomputer, de wielgrootte van uw fiets meten.
Meten van de wielgrootte
De wieldiameter moet worden ingesteld voor correcte fietsgegevens. Er zijn twee manieren om de
wieldiameter van uw fiets te bepalen:
Methode 1
Zoek naar de de diameter in inches of in ETRTO afgedrukt op het wiel. Zoek hierbij de wielomtrek in
millimeters in de rechterkolom van de tabel.
ETRTO
25-559
23-571
35-559
37-622
47-559
20-622
52-559
23-622
25-622
28-622
32-622
42-622
47-622
De in de tabel gegeven wielomtrekken worden geadviseerd, omdat de wielomtrek afhankelijk is van het type
wiel en de bandenspanning.
Methode 2
Meet het wiel handmatig op voor het meest nauwkeurige resultaat.
Gebruik het ventiel om het punt te markeren waar het wiel de grond raakt. Trek een lijn op de grond
om dat punt te markeren. Duw op een vlakke ondergrond uw fiets één complete omwenteling vooruit.
Het wiel moet loodrecht op de grond staan. Trek nog een lijn op de grond bij het ventiel om de volledig
omwenteling te markeren. Meet de afstand tussen de twee lijnen.
Trek 4 mm af vanwege uw gewicht op de fiets om uw wielomtrek te bepalen. Voer deze waarde in op
de fietscomputer.
Basisinstellingen
Vóór u de fietscomputer voor de eerste keer gebruikt, moet u de basisinstellingen aanpassen. Voer zo
nauwkeurig mogelijk uw gegevens in voor een juiste feedback van uw prestaties.
Wieldiameter (inches)
26 x 1,0
650 x 23C
26 x 1,50
700 x 35C
26 x 1,95
700 x 20C
26 x 2,0
700 x 23C
700 x 25C
700 x 28
700 x 32C
700 x 40C
700 x 47C
Wielomtrekinstelling (mm)
1884
1909
1947
1958
2022
2051
2054
2070
2080
2101
2126
2189
2220
5