112
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
HOOFDSTUK 18 — CONTACTMAPPING
Het AcQMap-systeem kan conventionele elektrofysiologische mappinggegevens weergeven
als driedimensionale kaarten. Er worden op verschillende locaties in de desbetreffende kamer
gegevens verzameld in een stabiel ritme met behulp van gelokaliseerde elektrofysiologische
katheters. De 3D-locatie van elk punt wordt opgeslagen met de spannings- en activatiegegevens
die op het dichtstbijzijnde oppervlak als kleur kunnen worden weergegeven. Een enkele set met
verzamelde gegevens kan worden gebruikt om meerdere typen kaarten weer te geven.
Contactmappen maken gebruik van een oppervlakelektrogram of van een intracardiaal
elektrogram als referentiepunt op basis waarvan verzamelde punten worden gemeten. Er zijn twee
kaarttypen beschikbaar: Lokale activatietijd (LAT) en spanningsamplitude.
• Op isochronale kaarten met lokale activatietijd (LAT) worden kleurgecodeerde activatietijden
weergegeven voor elk verzameld punt. De LAT is het verschil in milliseconden tussen
gedetecteerde activatie op de mappingkatheter en het referentiekanaal. De LAT wordt met
kleur aangegeven; bijvoorbeeld rood (vroeg) en blauw (laat). In paragraaf 17.3 worden door
de gebruiker geselecteerde kleurenmodi beschreven.
• Op spanningsamplitudekaarten worden voor elk verzameld punt kleurgecodeerde
spanningswaarden weergegeven. De spanningsamplitudemeting kan door de gebruiker
worden geselecteerd (Piek-tot-piek, Piek positief en Piek negatief). De kleuren gaan van grijs/
rood (lage amplitude) tot paars (hoge amplitude).
18.1. — Het venster Annotatie configureren
Gebruik het venster Instellingen contactmapping om het timingreferentiekanaal, de mappingkatheter
en de ablatiekatheter aan te duiden. Bekijk de filterinstellingen en de activatiedetectieparameters
om er zeker van te zijn dat deze geschikt zijn voor het ritme dat wordt gemapt. Het venster Realtime
annotatie wordt automatisch gevuld op basis van de geselecteerde katheters en parameters.
Lijnen worden samen met het Timingreferentiekanaal bovenaan weergegeven, gevolgd door de
opeenvolgend genummerde aangeduide mappingkanalen. De lijnen van de ablatiekatheter staan
onderaan. Raadpleeg hoofdstuk 15, paragraaf 15.1 Instellingen contactmapping voor uitgebreide
informatie.
Lijnweergave en kleur
EGM-lijnen toevoegen of verwijderen of het wijzigen van de lijnkleur vindt plaats in het
Bedieningspaneel lijnweergave rechts in het venster Realtime annotatie.
Als u EGM-lijnen wilt toevoegen of verwijderen, schakelt u het selectievakje in naast de lijn
die moet worden weergegeven in het venster Realtime annotatie. Lijnen die niet zijn aangeduid
als Ref, Map of Abl worden op willekeurige locaties in de weergave getoond. Als u een lijn wilt
verplaatsen, klikt u met de linkermuisknop op de lijn en verplaatst u de lijn naar de gewenste
locatie in het venster terwijl u de muisknop vast blijft houden.
Als u de kleur wilt wijzigen, zoekt u de gewenste lijn in de lijst en klikt u op het kleurenvak. Er
wordt een venster met een keurenpalet geopend. Selecteer de nieuwe kleur. Door een kleur te
selecteren, wordt het venster automatisch gesloten. Als er geen wijzigingen nodig zijn, klikt u op
een plek buiten het venster om het te sluiten. Wij raden aan om de elektroden/elektrodenparen
voor dezelfde katheter weer te geven in dezelfde kleur.