2. Selecteer Continue.
3. Selecteer een optie:
•
Als de boot bij de test van de stuurrichting in de juiste richting vaart,
selecteer dan Yes.
•
Selecteer No als de boot bij de test van de stuurrichting in de
tegenovergestelde richting vaart.
4. Als u in stap 3 No hebt geselecteerd, herhaal dan stap 1 en 2.
OPMERKING: Als dit niet klopt, kan de stuurrichting ook worden
gewijzigd tijdens de automatische afstemmingsprocedure
De snelheidsbron selecteren
Selecteer een optie:
•
Als u een of meer NMEA 2000-compatibele motoren hebt verbonden met
het NMEA 2000-netwerk, selecteert u NMEA 2000.
•
Als u geen NMEA 2000-compatibele motor (of motoren) hebt verbonden,
selecteert u de motor (of motoren) waarop u de tachometersensor van de
CCU hebt aangesloten.
◦ Voor een boot met een enkele motor, selecteert u Port.
•
Als er geen tachometergegevens beschikbaar zijn of als deze onbruikbaar
zijn, selecteer dan GPS data als snelheidsbron.
◦ Wanneer GPS-gegevens als snelheidsbron worden gebruikt, moet de
maximumsnelheid voor alle typen vaartuigen worden geconfigureerd.
•
Als u geen snelheidsbron hebt verbonden, selecteer dan None.
◦ Als de stuurautomaat niet goed functioneert wanneer u None hebt
opgegeven als snelheidsbron, raadt Garmin u aan een tachometer of
GPS als snelheidsbron te verbinden.
De tachometer controleren
Deze procedure wordt niet weergegeven als GPS of None is geselecteerd als de
snelheidsbron.
1. Vergelijk, terwijl de motor draait (of de motoren draaien), het toerental op de
GHC 20 met de tachometer(s) op het dashboard van de boot.
2. Als de waarden niet overeenkomen, gebruikt u de pijlen om de waarden voor
Pulses Per Rev in te voeren.
OPMERKING: Wanneer u Pulses Per Rev aanpast met de pijlen, is er
een vertraging voordat de nieuwe toerentalwaarden op de GHC 20 worden
weergegeven. Zorg ervoor dat u hebt gewacht totdat de nieuwe waarden op de
GHC 20 zijn doorgevoerd voordat u nieuwe aanpassingen doet.
De resultaten van de Dockside Wizard controleren
De GHC 20 toont de waarden die u hebt gekozen bij het uitvoeren van de
Dockside Wizard.
1. Controleer de resultaten van de Dockside Wizard.
2. Selecteer een eventuele foutieve waarde en selecteer Select.
3. Corrigeer de waarde.
4. Herhaal stap 2 en 3 voor alle foutieve waarden.
5. Wanneer u klaar bent met het bekijken van de waarden, selecteer dan Done.
over de sea trial Wizard
De Sea Trial Wizard configureert de basissensors op de stuurautomaat. Het is
daarom van groot belang dat u de wizard voltooit in geschikte omstandigheden
voor uw boot.
Belangrijke overwegingen betreffende de sea trial
Wizard
Voer de Sea Trial Wizard uit in kalm water. Wat kalm water is, is afhankelijk van
de grootte en vorm van uw boot.
•
Zorg ervoor dat uw boot niet schommelt terwijl deze stil ligt of zeer langzaam
vaart.
GHP 10 - Installatie-instructies
•
Zorg ervoor dat uw boot geen last heeft van de wind.
•
Zorg ervoor dat het gewicht op de boot in balans is. Loop NIET over de
boot terwijl u de stappen van de Sea Trial Wizard uitvoert.
De sea trial Wizard starten
Voordat u de Sea Trial Wizard start, moet u naar een open stuk kalm water varen.
1. Schakel de GHP 10 in.
2. Selecteer een optie:
(pagina
16).
•
Als de Sea Trial Wizard automatisch start, ga dan verder met stap 3.
•
Als de Sea Trial Wizard niet automatisch start, selecteer dan
achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration >
Wizards > Sea Trial Wizard.
3. Selecteer Begin.
De sea trial Wizard uitvoeren
1. Vaar met uw boot naar een open stuk kalm water.
2. Start de Sea Trial Wizard
3. Configureer indien nodig het toerental bij planeren
4. Configureer indien nodig de planeersnelheid
5. Configureer indien nodig de hoge toerentallimiet
6. Configureer indien nodig de maximumsnelheid
7. Kalibreer het kompas
8. Voer de automatische afstemmingsprocedure uit
9. Stel het noorden in
10. Stel indien nodig de instelling voor de voorliggende koers bij
Het toerental bij planeren configureren
OPMERKING: Deze procedure wordt niet weergegeven als u Displacement
Hull selecteert als type vaartuig, of als u None selecteert als snelheidsbron.
1. Noteer de toerentalwaarde van de tachometer op het dashboard van de boot
op het moment van de overgang van verplaatsing naar planeersnelheid.
2. Als de tachometerwaarde niet overeenkomt met de waarde op de GHC 20,
gebruikt u de pijlen om de waarde bij te stellen.
3. Selecteer Done.
De planeersnelheid configureren
OPMERKING: Deze procedure wordt alleen weergegeven wanneer GPS is
geselecteerd als snelheidsbron en Planing Hull is geselecteerd als type vaartuig.
1. Gebruik de pijlen op de GHC 20 om de waarde aan te passen.
2. Selecteer Done.
De hoge toerentallimiet instellen
OPMERKING: Deze procedure wordt alleen weergegeven wanneer GPS is
geselecteerd als snelheidsbron.
1. Gebruik de pijlen op de GHC 20 om de waarde aan te passen.
2. Selecteer Done.
De maximumsnelheid configureren
OPMERKING: Deze procedure wordt alleen weergegeven wanneer GPS is
geselecteerd als snelheidsbron.
1. Gebruik de pijlen op de GHC 20 om de waarde aan te passen.
2. Selecteer Done.
(pagina
15).
(pagina
(pagina
(pagina
(pagina
(pagina
16).
(pagina
(pagina
16).
15).
15).
15).
15).
16).
(pagina
16).
15