10.2
Aansluiting van besturingseenheid CSDB enkele deuren
Sluit de netvoeding aan op het aansluitblok voor netvoeding.
Let op: Toebehoren en impulsgevers mogen niet worden aangesloten voordat de afstelling van
de snelheden etc. is uitgevoerd.
Let op: Het is van belang dat de hoog- en laagspanningskabels goed worden gescheiden en vastgezet.
De hoogspanningskabels moeten naar één zijde van de motoreenheid worden geleid en daar
worden vastgezet door middel van de meegeleverde kabelhouders, en de laagspanningskabels
moeten
naar de tegenoverliggende zijde worden geleid met behulp van hetzelfde type kabelhouders.
TB1
Bewaking sensor
AAN / UIT
TB1
1
Motorbesturing
0 V DC
2
Besturing slave
3
4
24 V DC
S
Feedback slave
W
Watchdog
TB2
5
6
7
(–)
8
9
10
(+)
11
(–)
12
(+)
13
MVI-impuls
14
Buitenimpuls
1004291-EMNL-10.0
Eindschakelaar open
Schakelaar
geslotenstand
Openhoudventiel
ON
1 2 3 4
5 6 7 8
ON
1
LED
FS
Buitenimpuls HOT
Kill -
1)
Kill +
0 V DC
Sleutelimpuls
Slot
24 V DC, 375 mA
max. 700 mA
max. 700 mA
0 V DC
24 V DC
Versie 2016-04-04
F2 = 250 mAT
Brugcontact bewaking slave 3)
MVI-brugcontact 2)
TB2
MVI / sleutelimpuls HOT
Openingsvertraging
FS
brugcontact Kill
1
MVI NO / NC
2
3
MVI openen slot / deur
Gesloten met / zonder spanning
4
Vergrendelingstijd 1,5 sec. tot sluiten
5
Openingsvertraging slave uit / aan
6
7
Master / Slave
8
Indrukken tot Gp
1) Zie pagina 48 als Kill wordt aangesloten
2) In geval van 6-24 VDC op TB2: 11-13, brugcontact
verwijderen
3) Verwijder het brugcontact bij aansluiting op slave CSDA-S
(maar niet bij aansluiting op slave CSDB).
10 Elektrische installatie
F2= 250 mAT
F1= 6,3ATH
F1 = 6,3 ATH
N
L
Netvoeding
230 V wisselstroom - 50 Hz,
10A
43