Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wiegand-Interface; Het Toegangssysteem Werkt Als Extern Leesapparaat; Er Wordt Een Extern Leesapparaat Op Het Toegangssysteem Aangesloten - Sygonix 2615507 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor 2615507:
Inhoudsopgave

Advertenties

9.4

Wiegand-Interface

De Wiegand-interface van het toegangssysteem kan op twee verschillende manieren worden gebruikt. Zie voor het
programmeren hoofdstuk 11.6.
9.4.1

Het toegangssysteem werkt als extern leesapparaat

Het toegangssysteem kan worden aangesloten op een ge-
schikte Wiegand-controller die daar als externe kaartlezer
fungeert. Bijna alle instellingen van het toegangssysteem
hebben in deze bedrijfsmodus geen functie.
Bovendien wordt de gele draad van het toegangssysteem
niet langer gebruikt als deuropener-signalering, maar (in-
dien nodig) als sturing voor een geluidssignaal (laag niveau
= geluid geactiveerd).
Het toegangssysteem werkt op een bedrijfsspanning tus-
sen 12 - 18 V/DC. Als de Wiegand controller hierin niet
voorziet, dan hebt u een afzonderlijke netstroomadapter
voor het toegangssysteem nodig. De bedrading moet dan
anders worden uitgevoerd dan op de afbeelding is weer-
gegeven.
De bitsnelheid voor de gegevensoverdracht kan op het toe-
gangssysteem worden geprogrammeerd (basisinstelling
van het toegangssysteem is 26 bit, zie hoofdstuk 11.23);
deze moet overeenkomen met die van de Wiegand-con-
troller. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw Wiegand-
controller.
9.4.2

Er wordt een extern leesapparaat op het toegangssysteem aangesloten

Het toegangssysteem zelf werkt als een Wiegand-controller en maakt het mogelijk een extern leesapparaat (bijv. voor
transponders) te gebruiken.
Zowel kaartlezers voor 125 kHz-transponders als kaartlezers met de MIFARE
(13,561 MHz) zijn toegestaan. Als er een dergelijke MIFARE
nieuwe transponders alleen via deze lezer worden ingelezen.
Als er een kaartlezer voor 125 kHz transponders is aangesloten, dan kan de inleesprocedure zowel via
het toegangssysteem als via de kaartlezer worden uitgevoerd (als hier problemen bij optreden kunt u al-
leen de externe kaartlezer voor inlezen gebruiken).
Zorg ervoor dat de beide datakabels D0 en D1 niet worden verwisseld; D0 moet altijd worden aangesloten
op D0 en D1 op D1. De rest van de bedrading kan worden uitgevoerd als in hoofdstuk 9.2. Volg in ieder
geval de gebruiksaanwijzing van de aangesloten externe kaartlezer.
De bitsnelheid voor de gegevensoverdracht kan op het toegangssysteem worden geprogrammeerd (ba-
sisinstelling van het toegangssysteem is 26 bit, zie hoofdstuk 11.22); deze moet overeenkomen met die
van het leesapparaat. Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van het leesapparaat.
10
Rood
Zwart
Groen
Geel
-chipkaarttechnologie
®
-chipkaartlezer is aangesloten kunnen
®
Wit

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave