11.12 Gebruikerstransponder verwijderen
Wanneer een gebruiker geen toegang meer nodig heeft, kan de bijbehorende gebruikerstransponder worden gewist.
Bij het verwijderen van een gebruikerstransponder kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan:
Het verwijderen van de gebruikerstransponder via het inleesproces van de transponder
verwijderen van de gebruikerstransponder via het transpondernummer (indien bekend, zie opmerking aan het
begin van hoofdstuk 11.8).
Verwijderen van het geheugen waarin de gebruikerstransponder is opgeslagen (indien bekend, zie opmerking
aan het begin van hoofdstuk 11.8)
11.12.1 Het verwijderen van een gebruikerstransponder door middel van een transponder
Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat
knipperen. Voer de programmeercode
Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 2x voor het leesvlak houden - of met
de mastervingerafdruk 2x de vingerafdruksensor aanraken (telkens binnen 5 seconden). Beide starten de
verwijdermodus, de LED brandt geel.
Houd de gebruikerstransponder op korte afstand voor de RFID-sensor. Als de transponder wordt gedetecteerd,
dan geeft het toegangssysteem een kort geluidssignaal en wordt de transponder gewist.
Als de gebruikerstransponder onbekend is (of al verwijderd), dan geeft het toegangssysteem 3 snelle
geluidssignalen en knippert de LED 3x rood.
Daarna kan een andere gebruikerstransponder worden verwijderd zoals zojuist beschreven (voor de RFID-sensor
houden).
Verlaat de verwijdermodus met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
11.12.2 Het verwijderen van een gebruikerstransponder door middel van een transpondernum-
mer
Veel transponders hebben een nummer van 8 of 10 cijfers. Als de transponder defect is (bijv. kapotte transponder-
kaart), dan kan deze door het invoeren van dit nummer worden verwijderd.
Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat
knipperen. Voer de programmeercode
Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 2x voor het leesvlak houden - of met
de mastervingerafdruk 2x de vingerafdruksensor aanraken (telkens binnen 5 seconden). Beide starten de
verwijdermodus, de LED brandt geel.
Voer gewoon de (8- of 10-cijferige transpondernummer in en bevestig met de toets.
Voorbeeld:
Als het transpondernummer onbekend is (of al verwijderd), dan geeft het toegangssysteem 3 snelle ge-
luidssignalen en knippert de LED 3x rood.
Daarna kan een andere gebruikerstransponder worden verwijderd zoals zojuist beschreven (transpondernummer
invoeren en op toets
Verlaat de verwijdermodus met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
in om de verwijdermodus te starten. De LED brandt dan geel.
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
in om de verwijdermodus te starten. De LED brandt dan geel.
drukken om te bevestigen).
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
weer verlaten.
weer verlaten.
.
25