11.13 Gebruikersvingerafdruk invoeren
Het toegangssysteem kan maximaal 99 verschillende gebruikersvingerafdrukken opslaan. Hiervoor zijn de geheu-
gennummers 0 - 98 bestemd.
De inleesprocedure kan zowel met het toetsenpaneel als met behulp van de mastertransponder of de mastervinger-
afdruk worden uitgevoerd.
Wij raden u aan een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig te noteren (gebruikers-
naam, geheugennummer, gebruikerscode, transpondernummer, enz.). Alleen zo heeft u een overzicht
van wie er op het toegangssysteem is ingelogd en welk geheugen al in gebruik is.
Het maakt het ook heel gemakkelijk om een specifieke gebruiker te verwijderen die geen toegang meer
heeft.
Anders kan het nodig zijn alle geheugen te verwijderen en alles opnieuw op te starten.
Bij het opslaan van de gebruikersvingerafdrukken kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan:
De gebruikersvingerafdruk opslaan in het volgende vrije geheugen
De gebruikersvingerafdruk opslaan in een specifiek geheugen
11.13.1 Gebruikersvingerafdruk automatisch opslaan op de volgende vrije geheugenplaats
Dit inleesproces is weliswaar zeer snel en eenvoudig, nieuwe gebruikersvingerafdrukken worden in het
volgende vrije geheugen ingelezen.
In dit geval is het verwijderen van een specifieke gebruikersvingerafdruk echter alleen mogelijk via de vin-
gerafdruk zelf - aangezien de toewijzing tussen gebruikersvingerafdruk en geheugennummer onbekend
is. In dat geval moeten alle geheugens worden gewist.
Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat
knipperen. Voer de programmeercode
Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 1x voor het leesvlak houden - of met
de mastervingerafdruk 1x de vingerafdruksensor aanraken. Beide starten de geheugenmodus, de LED
brandt geel.
Voor het inlezen van een gebruikersvingerafdruk moet de vingerafdruksensor 3x na elkaar met dezelfde vinger
worden aangeraakt. Een LED-ring rondom de sensor brandt blauw als de sensor wordt aangeraakt. De LED-ring
brandt groen en een kort geluidssignaal is hoorbaar als de vingerafdruk correct is herkend. Na het derde correcte
inleesproces laat het toegangssysteem een langer geluidssignaal horen en brandt de LED groen en wordt de
vingerafdruk opgeslagen.
Als de vingerafdruk niet correct kan worden gelezen, dan hoort u 3 geluidssignalen en knippert de LED-
ring rood. Hetzelfde gebeurt als u probeert een reeds opgeslagen vingerafdruk in te lezen.
U kunt nu een andere gebruikersvingerafdruk inlezen, ga te werk zoals hierboven beschreven (3x na elkaar de
vingerafdruksensor aanraken).
Verlaat de inleesmodus met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
in om de geheugenmodus te starten. De LED brandt dan geel.
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
weer verlaten.
27