11.8 De gebruiker-PIN opslaan
In het toegangssysteem zijn 890 geheugenplaatsen beschikbaar waarin gebruikers-PINs (en/of gebruiker-transpon-
ders) kunnen worden opgeslagen. Hiervoor zijn de geheugennummers 100 - 989 bestemd.
De opslagprocedure kan zowel met het bedieningspaneel als met behulp van de mastertransponder of de master-
vingerafdruk worden uitgevoerd.
Wij raden u aan een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig te noteren (gebruikers-
naam, geheugennummer, gebruikerscode, transpondernummer, enz.). Alleen zo heeft u een overzicht
van wie er op het toegangssysteem is ingelogd en welk geheugen al in gebruik is.
Het maakt het ook heel eenvoudig om een specifieke gebruiker te verwijderen die geen toegang meer
heeft of als de gebruiker-PIN is vergeten of een gebruikerstransponder verloren is gegaan.
Anders kan het nodig zijn alle geheugen te verwijderen en alles opnieuw op te starten.
Bij het opslaan van de gebruiker-PIN kunt u op twee verschillende manieren te werk gaan:
De gebruiker-PIN opslaan in het volgende vrije geheugen
De gebruiker-PIN opslaan in een specifiek geheugen
11.8.1
De gebruiker-PIN automatisch opslaan in het eerstvolgende vrije geheugen
Deze opslagmodus is zeer snel en gemakkelijk, nieuwe nieuwe gebruiker-PINs worden in het eerstvol-
gende vrije geheugen ingelezen.
In dit geval is het verwijderen van een specifieke gebruiker-PIN echter alleen mogelijk via de PIN zelf -
aangezien de toewijzing tussen gebruiker-PIN en geheugennummer onbekend is. In dat geval moeten
alle geheugens worden gewist.
Start de programmeermodus op zoals beschreven in hoofdstuk 11.3 wordt beschreven zodat de LED rood gaat
knipperen. Voer de programmeercode
Als alternatief voor deze stappen kunt u ook de mastertransponder 1x voor het leesvlak houden - of met
de mastervingerafdruk 1x de vingerafdruksensor aanraken. Beide starten de geheugenmodus, de LED
brandt geel.
Voer nu de gewenste gebruiker-PIN in en bevestig met de toets
Voorbeeld:
De gebruiker-PIN kan bestaan uit 4....6 cijfers. De cijfercombinatie 8888 is echter niet mogelijk omdat
deze intern al wordt gebruikt (standaard voor de gebruikerscode).
Als de PIN al in een van de geheugens bestaat, dan geeft het toegangssysteem 3 snelle geluidssignalen
en knippert de LED rood. Het is niet mogelijk dezelfde PIN meer dan één keer toe te wijzen.
Desgewenst kunnen extra gebruiker-PINs worden opgeslagen. Voer gewoon de gewenste 4...6-cijferige gebrui-
ker-PIN in en bevestig met de toets.
Sluit de opslagmodus af met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
18
in om de geheugenmodus te starten. De LED brandt dan geel.
= Gebruiker-PIN 2222 opslaan
.
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
.
weer verlaten.