Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbevelingen Voor Het Kiezen Van Motorkabels - Emotron VFX 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor VFX 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

PE
DC- DC+
L1
L2
L3
PE
Afgeschermde aansluiting
van motorkabels
Fig. 21 Netspannings- en motoraansluitingen, modellen 061 -
074
Tabel 6
Netspannings- en motoraansluiting
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde (beveiligde aarde)
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Remweerstand, tussenkring-
(DC-),DC+,R
aansluitingen (optioneel)
LET OP: De aansluitklemmen voor de remweerstand en
de DC koppeling zijn alleen gemonteerd als de DC+/DC–
-optie of Remchopperoptie is ingebouwd.
WAARSCHUWING!
De remweerstand moet zijn aangesloten
tussen aansluitklemmen DC+ en R.
WAARSCHUWING!
Om veilig te kunnen werken, moet de aarde
van de netvoeding worden verbonden met
PE en de aarde van de motor met
14
Installatie
W
U
V
R
.
3.2.2 Motorkabels
Om te voldoen aan de EMC-emissienormen is de FO
voorzien van een RFI-netspanningsfilter. De motorkabels
moeten ook zijn afgeschermd en aangesloten aan beide
zijden. Op deze wijze wordt een zogenaamde "Kooi van
Faraday" gevormd rond de FO, de motorkabels en de motor.
De RFI-stromen worden nu teruggeleid naar hun bron (de
IGBT's), zodat het systeem binnen de emissienormen blijft.
Aanbevelingen voor het kiezen van
motorkabels
• Gebruik afgeschermde kabels volgens de specificatie in
Tabel 7. Gebruik een symmetrische, afgeschermde kabel;
drie fasegeleiders en een concentrische of anderszins
symmetrische PE-geleider en een afscherming.
• Als de conductiviteit van de PE-geleider van de kabel
<50% bedraagt van de conductiviteit van de fasegeleider,
is een aparte PE-geleider nodig.
• Gebruik hittebestendige kabels, +60C of hoger.
• Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig
de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel 47,
pagina 196.
• Houd de motorkabel tussen FO en de motor zo kort
mogelijk.
• De afscherming moet met een groot contactoppervlak
van liefst 360× zijn aangesloten en altijd aan beide
uiteinden, op de motorbehuizing en de FO-behuizing.
Wanneer er gelakte bevestigingsplaten worden gebruikt,
kan de lak worden weggehaald om een zo groot mogelijk
contactoppervlak te verkrijgen op alle
bevestigingspunten, zoals zadelklemmen en de
blootgelegde kabelafscherming. Het is niet voldoende
om alleen te vertrouwen op de verbinding die door
middel van de schroefdraad wordt gemaakt.
LET OP: Het is belangrijk dat de motorbehuizing
hetzelfde aardpotentiaal heeft als andere onderdelen
van de machine.
• De litze-aardingsaansluiting (zie fig. 23) is alleen nodig
als de bevestigingsplaat is voorzien van een laklaag. Alle
FO's hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom
geschikt voor montage op een ongelakte
bevestigingsplaat.
Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en
W - W, zie Fig. 19 en Fig. 20.
LET OP: De klemmen DC-, DC+ en R zijn optioneel.
Emotron AB 01-4429-03r3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave