Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Motorgegevens Instellen; De Fo Activeren; Lokale Bediening; De Netvoeding Inschakelen - Emotron VFX 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor VFX 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.3.3 De motorgegevens instellen

Nu dient u de juiste motorgegevens voor de aangesloten
motor in te voeren. De motorgegevens worden gebruikt bij
de berekening van volledige operationele gegevens in de FO.
U kunt instellingen wijzigen met de toetsen van het
bedienpaneel. Zie het hoofdstuk 9. pagina 45 voor meer
informatie over het bedienpaneel en de menustructuur.
Menu [100], Startvenster wordt bij het starten weergegeven.
1. Druk op
om menu [200], Hoofdinstellingen, weer te
NEXT
geven.
2. Druk op
en vervolgens op
ENTER
ENTER
Motorgegevens, weer te geven.
3. Druk op
om menu [221] weer te geven en stel de
ENTER
ENTER
motorspanning in.
4. Verander de waarde met de toetsen
met
.
ENTER
ENTER
5. Stel motorfrequentie in [222]
6. Stel motervermogen in [223]
7. Stel motorstroom in [224].
8. Stel motortoerental in [225].
9. Stel arbeidsfactor in (cos ) [227].
10. Selecteer het gebruikte niveau voor de voedingsspanning
[21B]
11. [229] Motor ID-run: kies voor Kort, bevestig met
ENTER en geef startcommando
De FO zal nu enkele motorparameters meten. De motor
maakt enkele piepgeluiden maar de as roteert niet. Als,
na ongeveer een minuut, de Motor ID-Run klaar is
("Test Run OK!" wordt weergegeven), drukt u op
om door te gaan.
12. Gebruik AnIn1 als ingang voor de referentiewaarde. Het
standaardbereik is 4-20 mA. Als u een referentiewaarde
van 0-10 V nodig hebt, verandert u schakelaar (S1) op
de controlprint en stelt u [512] Anln 1 Setup in op
0-10 V/4-20 mA.
13. Schakel de voeding uit.
14. Sluit digitale en analoge ingangen/uitgangen aan volgens
Fig. 39.
15. Klaar!
16. Schakel de voeding in.

5.3.4 De FO activeren

De installatie is nu klaar en u kunt op de startknop drukken
om de motor te starten als de motor draait en de
belangrijkste aansluitingen in orde zijn.
Emotron AB 01-4429-03r3
om menu [220],
NEXT
en
. Bevestig
.
RESET
5.4

Lokale bediening

Handmatige bediening via het bedienpaneel kan worden
gebruikt om een testrun uit te voeren.
Wij zullen hier een 400 V motor en het bedienpaneel
gebruiken.

5.4.1 De netvoeding inschakelen

Sluit de deur van de FO. Nadat de netvoeding is
ingeschakeld, wordt de FO gestart en zal de interne
ventilator gedurende 5 seconden draaien.
5.4.2 Handmatige bediening
selecteren
Menu [100], Startvenster wordt bij het starten weergegeven.
1. Druk op
om menu [200], Hoofdinstellingen, weer te
NEXT
geven.
2. Druk op
om menu [210], Bedrijf, weer te geven.
ENTER
ENTER
3. Druk op
om menu [211], Taal, weer te geven.
ENTER
ENTER
4. Druk op
om menu [214], Referentiesignaal, weer te
NEXT
geven.
5. Selecteer Toetsen met de toets
bevestigen.
6. Druk op
om naar menu [215], Run/Stp-signaal te
NEXT
gaan.
7. Selecteer Toetsen met de toets
bevestigen.
8. Druk op
om naar het vorige menuniveau te gaan en
ESC
ESC
vervolgens op
om menu [220], Motor Data, weer te
NEXT
geven.
5.4.3 De motorgegevens instellen
Nu dient u de juiste motorgegevens voor de aangesloten
motor in te voeren.
9. Druk op
om menu [221] weer te geven.
ENTER
ENTER
10. Verander de waarde met de toetsen
met
.
ENTER
ENTER
11. Druk op
om menu [222] weer te geven.
NEXT
12. Herhaal stap 9 en 10 totdat alle motorgegevens zijn
ingevoerd.
13. Druk twee keer op
ESC
ESC
[100], Preferred View, weer te geven.
en druk op
ENTER
ENTER
en druk op
ENTER
ENTER
en
. Bevestig
en vervolgens op
om menu
PREV
Aan de slag
om te
om te
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave