Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Seriële Communicatie; Modbus Rtu; Parameterset - Emotron VFX 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor VFX 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

10. Seriële communicatie
De FO biedt mogelijkheden voor verschillende soorten
seriële communicatie.
• Modbus RTU via RS232/485
• Veldbussen als Profibus DP en DeviceNet
• Industrial Ethernet type Modbus/TCP

10.1 Modbus RTU

De frequentieregelaar heeft een asynchrone seriële
communicatie-interface achter het bedieningspaneel. Het is
ook mogelijk om de optionele geïsoleerde RS232/485-kaart
te gebruiken (indien geïnstalleerd).
Het protocol dat wordt gebruikt voor de
gegevensuitwisseling is gebaseerd op het Modbus RTU-
protocol, oorspronkelijk ontwikkeld door Modicon. Als
fysieke aansluiting wordt RS232 gebruikt. De
frequentieregelaar fungeert als slave met adres 1 in een
master-slaveconfiguratie. De communicatie is half-duplex en
heeft een standaard "non return zero"-formaat (NRZ).
De vaste baudrate bedraagt 9600.
Het karakterframe-formaat (altijd 11 bits) heeft:
• één startbit
• acht databits
• twee stopbits
• geen pariteit
Het is mogelijk om tijdelijk een computer met bijvoorbeeld
de EmoSoftCom-software (programmeer- en bewaking-
ssoftware) op de RS232-connector van het bedienpaneel aan
te sluiten. Dit kan handig zijn bij het kopiëren van
parameters tussen FO's enz. Voor permanente aansluitingen
van een pc moet u gebruik maken van één van de
communicatie-optieprinten.
LET OP: Deze RS232-poort is niet geïsoleerd.
Emotron AB 01-4429-03r3
WAARSCHUWING!
Een juist en veilig gebruik van een RS232-
verbinding is afhankelijk van hetzelfde
potentiaal voor de beide aardingspennen. Er
kunnen problemen optreden bij aansluiting van twee
poorten van bijv. machines en computers waarbij beide
aardingspennen niet hetzelfde potentiaal hebben. Dit
kan leiden tot gevaarlijke aardingslussen die de
RS232-poorten kunnen vernielen.
De RS232-verbinding van het bedienpaneel is niet
galvanisch geïsoleerd.
De optionele RS232/485-kaart van Emotron is
galvanisch geïsoleerd.
Wij wijzen u erop dat de RS232-verbinding van het
bedienpaneel veilig kan worden gebruikt in combinatie
met in de handel verkrijgbare geïsoleerde
USB-RS232-converters.
Fig. 59 RS232-connector achter het bedieningspaneel

10.2 Parameterset

Communicatiegegevens voor de verschillende parametersets.
De verschillende parametersets in de FO hebben de
volgende DeviceNet-instance-nummers en Profibus-positie/
indexnummers:
Parame-
Modbus/DeviceNet
terset
Instance number
A
43001–43556
B
44001–44529
C
45001–45529
D
46001–46529
Profibus
Slot/Index
168/160 to 170/205
172/140 to 174/185
176/120 to 178/165
180/100 to 182/145
Seriële communicatie
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave