De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
2. Voeg een printer toe.
Klik op Printer toevoegen en selecteer vervolgens De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst.
3. Voeg een lokale printer toe.
Selecteer Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen en klik op
Volgende.
4. Selecteer Een nieuwe poort maken, selecteer Standaard TCP/IP-poort als Poorttype en klik op Volgende.
5. Voer het IP-adres van de printer of de printernaam in bij Hostnaam of IP-adres of Printernaam of IP-adres
en klik vervolgens op Volgende.
Voorbeeld:
❏ Printernaam: EPSONA1A2B3C
❏ IP-adres: 192.0.2.111
Wijzig de Poortnaam niet.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
123
>
Instellingen voor afdrukken