Productinformatie
Uitvoer: Overige:
Selecteer waar documenten moeten worden uitgevoerd wanneer u iets anders dan kopieën of faxen
afdrukt. Dit menu wordt alleen weergegeven wanneer de nietmachine is geïnstalleerd.
Afdruktaal:
Selecteer een afdruktaal voor de USB-interface of de netwerkinterface.
USB:
Selecteer de afdruktaal voor de USB-interface.
Netwerk:
Selecteer de afdruktaal voor de netwerkinterface.
Extra netwerk:
Selecteer de afdruktaal voor de extra netwerkinterface.
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt via een extern apparaat zonder gebruik
te maken van de printerdriver. Items met een * worden geregeld via het printerstuurprogramma.
Bepaal welke instellingen moeten worden gebruikt, de instellingen van het bedieningspaneel van de
printer of de instellingen van het printerstuurprogramma. Als u de instellingen van het
printerstuurprogramma wilt controleren, selecteert u het tabblad Hulpprogramma's, klikt u op Extra
instellingen en controleert u Paneelinstellingen. Wanneer is ingesteld dat het
printerstuurprogramma prioriteit moet krijgen, worden de items met een * toegepast wanneer u
afdrukt via het printerstuurprogramma.
Offset boven
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Offset links
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Offset boven achter
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Offset links achter
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Lege pagina overslaan
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
Taakscheiding:
Selecteer Aan om exemplaren uit te voeren die zijn gescheiden door taken.
>
Overzicht instellingenmenu
*
:
*
:
*
:
*
:
*
:
>
Algemene instellingen
564