Advertenties
De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
4. Selecteer Startcode, voer een tweecijferige code in (u kunt 0 tot 9, * en # invoeren) en tik vervolgens op OK.
5. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
Gerelateerde informatie
"Basisinstellingen" op pagina 579
&
De afdrukbestemming bij het ontvangen van faxen instellen
U moet instellingen op de printer opgeven om een optionele uitvoerlade te gebruiken voor het afdrukken van
ontvangen faxen.
❏ Bij gebruik van de nietmachine:
Selecteer opties in de volgende volgorde.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Uitvoer: Fax > Afwerkingslade of Uitvoerlade
Als u Auto selecteert, wordt de afdrukbestemming ingesteld op de uitvoerlade.
U kunt de nietfunctie niet gebruiken voor binnenkomende faxafdrukken.
❏ Als u de binnenlade gebruikt:
Selecteer opties in de volgende volgorde.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Uitvoer: Fax > Interne lade
Als u Auto selecteert, wordt de afdrukbestemming ingesteld op de binnenlade.
Belangrijk:
c
Wanneer u de afwerkingslade gebruikt, verwijder uw afdrukken dan niet terwijl de afdruktaak nog wordt
uitgevoerd. De afdrukpositie wordt mogelijk verkeerd uitgelijnd.
Instellingen voor het opslaan en doorsturen van ontvangen faxberichten
Standaard worden ontvangen faxberichten automatisch afgedrukt. Behalve afdrukken kunt u de ontvangen
faxberichten ook zonder voorwaarden opslaan en/of doorsturen.
Opmerking:
❏ Behalve het bedieningspaneel van de printer kunt u ook Web Config gebruiken om instellingen te configureren.
❏ U kunt ontvangen faxberichten ook onder voorwaarden opslaan en/of doorsturen.
"Instellingen voor het opslaan en doorsturen van ontvangen faxberichten volgens specifieke voorwaarden" op pagina 148
Gerelateerde informatie
"Instellingen voor het opslaan van inkomende faxberichten" op pagina 144
&
"Instellingen voor doorsturen voor ontvangen faxberichten" op pagina 146
&
Instellingen voor het opslaan van inkomende faxberichten
U kunt instellen dat ontvangen faxberichten in het postvak IN en op een extern geheugenapparaat worden
opgeslagen, ongeacht de afzender of het tijdstip. Wanneer u een faxberichten in het postvak IN opslaat, kunt u de
inhoud van het ontvangen faxbericht controleren door het faxbericht op het lcd-scherm van de printer te bekijken
voordat het faxbericht wordt afgedrukt.
144
>
Instellingen voor afdrukken
Advertenties
Hoofdstukken
Probleemoplossen
